#503 Weer terug

 

Het was stil in de straat, op de auto na die vlak naast Els stopte. Een jonge man stapte uit en bedankte de chauffeur. Els wierp een vluchtige blik op zijn magere gezicht en onverzorgde baard en stak toen de straat over. Nog steeds was ze op haar hoede als ze in haar eentje over straat liep. De afgelopen jaren hadden haar veranderd en hoewel Nederland inmiddels bevrijd was, was zij niet meer de persoon die ze voor de oorlog was geweest. Gelukkig was ze bijna thuis.

Een stukje voor haar liep een jonge vrouw met een volle tas in haar hand. Ze liep gehaast en Els vroeg zich af of de vrouw zich net zo onprettig op straat voelde als zijzelf.
“Ada!” hoorde ze ineens een schreeuw vanaf de andere kant van de straat. Ze schrok, maar niet zo erg als de vrouw voor haar die zich met een ruk omdraaide. Even bleef ze als bevroren staan en Els zag de verwarde blik in haar ogen, die snel veranderde van ongeloof naar blijdschap. De tas viel op straat en de aardappelen rolden alle kanten op, maar de vrouw besteedde er geen aandacht aan. Ze begon te rennen naar de overkant van de straat alsof haar leven ervan af hing. Nu pas zag Els daar de magere, onverzorgde man staan die zojuist uit de auto was gestapt. Ook hij begon te rennen en midden op straat sloten ze elkaar in de armen.

Els kon niet anders dan toekijken naar de innige omhelzing. Ze zag de lippen van de man bewegen, maar kon vanaf deze afstand niet verstaan wat hij zei. Het maakte haar ook niet uit. Deze mensen waren overduidelijk zielsgelukkig om elkaar te zien en Els kon zich alleen maar afvragen wat er achter deze omhelzing schuilging, al had ze zo haar vermoedens. De man drukte een kus op het voorhoofd van de vrouw die haar hoofd tegen zijn borst gedrukt had en bijna verdween in zijn lange armen.

“Je bent terug,” hoorde ze de vrouw zeggen toen de omhelzing iets minder stevig werd. Ze keken elkaar lang aan en Els besloot hen alleen te laten, al hadden ze haar aanwezigheid waarschijnlijk niet eens opgemerkt. Ze raapte de gevallen aardappelen bij elkaar en zette de tas aan de kant van de straat, zodat de vrouw alles weer kon meenemen. Als ze ooit nog aan die tas zou denken.

 

Lid sinds

3 jaar 11 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Hoi Natas,

Mooi verhaal. Met name de introductie vind ik sterk. Als je een naoorlogse setting hebt en dus een personage wat nog op haar hoede is, dan context voor de omhelzing ook heel goed. Het geeft een aanleiding voor je hoofdpersonage om zich om een goede reden al het een en ander af te vragen en alert te zijn op de omgeving. Als daar dan nog iets onverwacht moois uit komt, dan heeft het haar des te meer redenen om te blijven kijken. 

Schrijven in de derde persoon enkelvoud vind ik hier enerzijds goed werken als verlengde van bovengenoemde redenen, maar de ik-vorm zou ook niet misstaan om net iets meer in Els' gevoelens te kunnen duiken. Maar dat is een stijlkeuze. 

Goed gedaan! 

Groet, 

Nadine
 

28 april 2024 - 9:18