Deze column van Jowi Schmitz is oorspronkelijk gepubliceerd in de derde editie in 2016 in Schrijven Magazine.

Zoek de mensen bij wie je bij hoort. Zoek je stam. Dat las ik een keer ergens, het sprak me aan. Voor degenen onder ons die nooit zo goed waren in groepen, die op de middelbare school altijd in de struik naast de voordeur stonden, voor dergelijke mensen, mensen zoals ik, klinkt een stam namelijk heel aantrekkelijk. Een beetje als ‘de liefde van je leven’ maar dan voor soortgenoten. 

Ik was dan ook zo blij toen ik bij een eerste kinderboekenauteursfeestje kwam. Want daar zaten ze. De leden van mijn stam. Ik voelde het meteen. In rijtjes van vier aan twee kanten van een tafel vol lekker eten. Lieve, leuke mensen, die, in tegenstelling tot veel auteurs van boeken voor volwassenen, konden lachen om zichzelf. Die konden rijmen, vele boeken schreven en daar niet heel ingewikkeld over deden. Mensen die het verhaal in het kleine zagen. Mijn stam, dacht ik. Of ik hoopte het heel erg.

Het is nu vijf jaar later en ik was onlangs weer bij zo’n stambijeenkomst. Er was een vrouw met een wijde petticoat en kekke laarsjes die – veel erger nog dan haar kijk-mij-jong-en-kinderlijk-zijn-outfit – tot haar publiek sprak alsof we collectief drie jaar oud én imbeciel waren. Er was een andere vrouw met een pop onder haar arm – tot daaraan toe – een pop die ook nog eens zijn (of haar) eigen stoel nodig had. Of zij rare dingen zei kon ik niet verstaan; ze sprak nadrukkelijk uitsluitend met haar pop.

Oi, dacht ik.

Wat ik de afgelopen vijf jaar ook begon te vermoeden: er zijn zelfs kinderboekenschrijvers die denken dat kinderboeken ‘makkelijk’ zijn. Dat ze stompzinnige verhaaltjes moeten bevatten, omdat een kind het anders niet begrijpt. Alsof een kind niet leeft in een wereld die onbegrijpelijk is. Je hoeft alleen maar te doen alsof je een vis bent, je blaast een paar mooie bellen en hup, daar ligt een kinderboek.

Gelukkig zijn kinderen toleranter. Die snappen dat veel volwassenen het grootste deel van de tijd sowieso onzin uitkramen. Dus als ze tussendoor een kinderboek maken, dan willen ze dat best eens inzien. Toleranter dan ik. Want ík wil alleen slimme, leuke, eerlijke, dappere schrijvers in mijn stam. Wat mijn zoektocht een stuk lastiger maakt.

Gelukkig weet ik nog een struik naast een voordeur. Misschien staat er al iemand.

Door Jowi Schmitz

Jowi Schmitz schreef onder andere: WEG, Te vroeg geboren, en Stan en de negen rovers. Ze is docent aan de Schrijversacademie.

Techniek

Dossier