Stop mensen in je boek

Gevraagd naar de sleutel van zijn succes had de hoofdredacteur van een lokale Amerikaanse krant een eenvoudige verklaring: ‘Wij verwerken in elk artikel een inwoner van onze stad, van het politieke nieuws tot het weerbericht.’ De hoofdredacteur wist zeker dat zijn krant zelfs een topverkoop zou realiseren als hij slechts de namen en telefoonnummers van de inwoners van zijn stad zou afdrukken: ‘Iedereen zal ‘m lezen om na te gaan of hij erin staat.’

Mensen houden van mensen. Ooit een roman gelezen waarin geen mensen voorkwamen? Natuurlijk niet: zonder mensen is zo’n boek even aantrekkelijk als een leeg restaurant, daar ga je niet naar binnen. Toch zijn in veel non-fictieboeken maar weinig mensen te bekennen. Vooral auteurs van managementboeken blinken uit in het schrijven van abstracte teksten. Zonde. Juist in non-fictieboeken zijn mensen volgens mij onmisbaar. Het woord zegt het al, non-fictie: het moet geen fictie zijn, maar echt.

Max Havelaar

Hoe levendiger een boek, des te meer het tot de verbeelding spreekt. Slimme auteurs weten dat en schrijven daarom soms liever een roman dan een non-fictieboek. Het bekendste voorbeeld is Multatuli die bewust koos voor een roman voor zijn kritiek op het corrupte regeringssysteem van Nederlands-Indië. Of neem meer recent Kim van Kooten die in Lieveling het misbruik van een kind beschrijft. Waargebeurd en extra indrukwekkend omdat je meeleeft met de mensen in het boek.

Gelukkig stoppen steeds meer non-fictieschrijvers mensen in hun boek. Vergeleken met twintig jaar geleden zijn non-fictieboeken en zelfs managementboeken minder abstract en steeds levendiger. Maar doe je dat, mensen stoppen in je boek?

Verbeeldingskracht

De meest voor de hand liggende manier is om mensen te observeren of met ze te gaan praten en vervolgens te beschrijven wat ze doen en ervaren. Het is wat Michel van Egmond met een vergrootglas doet in Kieft en Joris Luyendijk met een helicopterview in Dit kan niet waar zijn. Je zou dit dan ook de journalistieke methode kunnen noemen.

De tweede (en onderschatte) manier is om bloed te laten stromen door elk hoofdstuk en elke zin. Levendig schrijven vereist niet dat iets waargebeurd is, als het maar waargebeurd zou kunnen zijn. Prikkel de verbeeldingskracht van je lezers door zo realistisch mogelijk te verwijzen naar mensen en hun dagelijks leven.

Schrijf niet dat veel werknemers last hebben van stress, maar dat de A2 ’s ochtends bevolkt wordt door mensen die met buikpijn naar hun werk gaan. Gebruik metaforen en andere stijlmiddelen, en schrijf dus niet dat organisaties onder druk staan om andere verhoudingen te realiseren met hun human resources, maar (in de woorden van Ben Kuiken in Eerste hulp bij nieuw organiseren) dat westerse organisaties net als de gemiddelde westerse mens niet echt fit zijn. Ze bewegen te weinig, eten te veel en hebben geen duidelijk doel in het leven. Het is fictie, maar het is levendiger dan non-fictie.

Geerhard Bolte is uitgever van Uitgeverij Haystack, gespecialiseerd in originele en toegankelijke managementboeken. Daarnaast is hij uitgever van selfpublishinguitgeverij Dialoog. Geerhard schrijft regelmatig over het schrijven van (management)boeken. Heb je een vraag of een voorstel voor een boek? Stuur hem een mail of maak contact via LinkedIn.

Techniek

Comments

Lid sinds

8 jaar 3 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Interessante vraag. En een heel lastige. Een bescheiden poging: non-fictie is volgens de schoolboekjes natuurlijk gebaseerd op de feitelijke werkelijkheid en fictie op de fantasie, maar als uitgever van non-fictie zou ik niet durven te beweren dat alle informatie in onze boeken is gebaseerd op de feitelijke werkelijkheid. Sterker nog, er zitten de nodige boeken tussen die eerder gebaseerd zijn op de fantasie van de schrijver! Omgekeerd zijn veel romans sterk gebaseerd op de feitelijke werkelijkheid. Kortom: het klassieke onderscheid is zeer discutabel. Voor u als wiskundige is dit wellicht onverteerbaar, maar voor mij prima werkbaar. En het maakt voor mijn stelling ook relatief weinig uit: mensen vinden het leuk om te lezen over mensen, en dat geldt ook als ze een non-fictieboek lezen. Als ik uitgever van boeken over taal was zou ik over het onderwerp fictie versus non-fictie zeggen: daar zit een boek in!