Zoek je blauwe vogel

Dan reis je met je dochter helemaal naar Ijsland omdat zij zo graag het Noorderlicht wil zien. Avond na avond sta je ingepakt in thermisch ondergoed, een trui en winterjas in de steenkoude nacht naar de sterrenhemel te turen waar je weliswaar miljoenen sterren ziet, maar geen Noorderlicht. 
Zelf maakt het je eigenlijk ook niet zoveel uit, want je hebt al zovele mystieke verhalen verzameld in dit barre, woeste land dat je niet anders kan dan blij zijn. Je hebt met je dochter ...geglibberd op gletsjers, vulkanenkraters beklommen, zeehonden op ijsschotsen zien spelen en Ijslandse paarden zien draven. Uit trots om niet voor haar onder te doen heb je puffend en zwevend meer dan 500 treden bestegen om een enorme waterval van dichtbij te zien. 

En dan die laatste avond sta je zonder verwachting met een glaasje cognac op een dakterras wanneer plotseling de zonnevlammen de aarde bereiken. In de donkere lucht danst het griezelige licht waarvan iemand je vertelde dat ze de kracht van een kleine nucleaire bom bevat. En met hetzelfde ontzag van oude natuurvolkeren die in het licht de geesten van voorvaderen zagen dansen, kijkt je kleine meisje naar het mysterieuze schouwspel. 

En dan kom je thuis, en lees je dat diezelfde avond, datzelfde licht ook in Groningen was te zien.

Maar je glimlacht, want je was samen met je dochter net als de houthakkerskinderen Tyltyl en Mytyl , uit je lievelingstoneelstuk van de Belgische schrijver Maurice Maeterlinck, die door de fee er op uitgezonden werden om de blauwe vogel te zoeken om het stervende meisje te redden. En net als deze kinderen maakte je een prachtig avontuur mee door het land van heden, verleden en toekomst, en kwam je steeds dichter bij elkaar. De blauwe vogel vonden ze pas toen ze weer thuiskwamen, want het was hun eigen vogel in hun huiskamer, met een blauwe gloed. En die redde alsnog het leven van het meisje.

En ook jij hebt samen met je dochter je blauwe vogel gevonden, die je weer tot leven wekte, en je weer deed verwonderen over de schoonheid van de aarde en het leven. En je weet dat je gezegend bent met zo'n nieuwsgierige reisgezel die altijd met goede zin weer met je op stap wil. 

En wanneer ze dan in het vliegtuig tegen je schouder in slaap valt, fluister je haar het vers uit de Edda in, een duizend jaar oude spreuk van de Vikingen:

'Lang geleden, 'k was jong,
en alleen op reis,
wist ik plots'ling de weg niet meer:
ik voelde me rijk
toen'k een reisgezel vond:
de mens is de mens een vreugde...' 

Meer weten over Geert Kimpen? Bezoek dan eens zijn website

Techniek