De beste tips uit het Handboek voor schrijvers: maak van je optreden een succes

Sinds de eerste editie uit 1996 is het Handboek voor schrijvers dé vraagbaak voor schrijvend Nederland en Vlaanderen. Maaike Molhuysen, schrijfcoach bij de Lettervrouw en auteur van de laatste paar edities van het Handboek, selecteerde speciaal voor Schrijven Online de beste tips uit haar boek. Deze keer: 8 tips om van je optreden als schrijver of dichter een succes te maken.

Of het nu tijdens een voordrachtmiddag van je schrijfschool is, bij je boekpresentatie of bij optredens in het land, er komt een moment waarop er van je verwacht wordt dat je als schrijver of dichter voordraagt uit eigen werk, of je dat nu leuk vindt of niet. Hoe pak je dat zo goed mogelijk aan?

1. Vraag allereerst goed na wat er van je verwacht wordt. Hoe lang moet je voorlezen? Voor wat voor publiek? Doe je dat staand of zittend? Wordt er gewerkt met een microfoon? Als je met dat laatste nog niet veel ervaring hebt, vraag dan of je voorafgaand aan het optreden even mag oefenen.

2. Bekijk optredens van andere dichters en schrijvers – live of op YouTube. Wie doet het in jouw ogen (en oren) goed? Waar ligt dat aan? Is dat iets wat je zelf zou kunnen toepassen?

3. Kies een aantal gedichten of prozafragmenten uit die passen bij de gelegenheid. Vraag je af wat je dit specifieke publiek het best kunt laten horen binnen de tijd die je gegeven is. Voor prozafragmenten geldt: probeer een afgeronde scène te vinden die een sterk beeld oproept van een bepaald personage of het thema van je verhaal of roman. Scènes met flashbacks of snelle dialogen zijn niet zo geschikt; daarbij raakt de toehoorder de draad makkelijk kwijt.

3. Wat wél werkt zijn direct herkenbare beelden en teksten. Pastiches doen het ook altijd goed, evenals ritmische teksten. Eindrijm – bij moderne poëzie een doodzonde – werkt op toneel soms prima, als het maar verrassend is en boven Sinterklaasrijm uitstijgt.

4. Wil je voorlezen van papier of uit je boek of bundel? Voordeel van papier is dat je de letters zo groot kunt maken als je zelf prettig vindt. Dat kan handig zijn als je voor het lezen anders een leesbril nodig hebt, die je in je zenuwen net in je jaszak hebt laten zitten.

5. Oefen! En oefen nog een keer. Leer jezelf aan niet te overdreven te ar-ti-cu-le-ren, maar let wel op je tempo: dat moet lager liggen dan een gewoon spreektempo. Bedenk op welke woorden je de nadruk wil leggen; geef dat desnoods aan op de uitdraai die je gebruikt of op de pagina van je boek.

6. Heb je nog niet eerder in het openbaar gesproken, vraag dan in de oefenfase of iemand als publiek wil dienen. Die kan dan feedback geven en je voordracht timen.

7. Zorg dat je op tijd aanwezig bent op de plek waar je moet voordragen. Vraag eventueel of je even mag oefenen met de microfoon. Spreek je onversterkt, probeer dan uit hoe luid je moet spreken om verstaanbaar te zijn.

8. Als je staand moet voordragen, plaats je voeten dan op heupbreedte en zet je knieën niet op slot. Spreek je zittend, zet je voeten dan op heupbreedte uit elkaar en probeer rechtop te zitten. Adem een keer diep uit, adem in en begin te spreken.

Meer weten over optreden als schrijver of dichter? Lees erover in het Handboek voor schrijvers, dat hier is te bestellen.

Techniek

Service