Afbeelding

Het Nationaal Monument op de Dam in Amsterdam.

Gedicht Dodenherdenking

Atze van Wieren analyseert het gedicht dat vandaag op de Dam wordt voorgedragen.Vandaag wordt tijdens de Dodenherdenking op de Dam het gedicht uitgesproken dat dit jaar door de meeste mensen in Nederland wordt gehoord. Maar wat wordt eigenlijk gezegd in het gedicht? Dichter Atze van Wieren neemt een kijkje.

De afgelopen week stond het gedicht van Auke de Leeuw prominent in het nieuws. Het Nationaal Comité 4 en 5 mei besloot namelijk dat het gedicht van de 15-jarige scholier, dat het verhaal vertelt van zijn oom die zich bij de Waffen SS aansloot, niet voorgedragen mocht worden. Lees daarover een uitgebreid artikel bij onze collega’s van IsGeschiedenis.nl.

De winnares van Dichter bij 4 mei, Charlotte Fontijne, draagt haar gedicht wel voor op de Dam. Haar gedicht is geïnspireerd door haar eigen familiegeschiedenis en leefomgeving. Lees het gedicht hier, met eronder een bondige analyse van dichter Atze van Wieren.

De stilte spreekt
Hoorde u het?
Toeschouwer op de bank
Hoorde jij het net?
Kindje aan je papa’s hand

Zij die het horen,
Luisteren
Heb je gevonden waar het ontspringt?
Alleen,
Hoor je hen fluisteren
Terwijl, nu wij tezamen
Hun spreken harder klinkt

Men zegt: ‘Twee minuten is het stil’
Zo heb ik ze nooit beleefd
Stilte is als er mensen zwijgen
Maar elk van deze stemmen leeft

Ik hoorde in de stilte geen zwijgen
Een soldaat sprak tegen mij
Over liefde voor zijn gezin
Hoe hij van hen houdt
Zijn stem klonk vredig en blij

Die mevrouw hoorde net geen zwijgen
Een stilte allerminst
De stem van haar grootvader sprak
Hoe trots hij op haar is
Zijn stem,
Van binnenin

Zij die niet geluisterd hebben,
Hebben niet gehoord

Maar, het hindert niet
Luisteren kan altijd
Hun stemmen klinken voort.

Commentaar Atze van Wieren
'Het gedicht De stilte spreekt van Charlotte Fontijne verwoordt treffend het gegeven dat voor een heleboel mensen juist in die zogenaamde 'twee minuten stilte' er allerminst sprake is van stilte maar, integendeel, er in hun hoofden allerlei stemmen klinken. Van mensen die de oorlog met hun leven moesten bekopen. Familieleden, bekenden.'

'Dat een meisje van zestien, Charlotte, dit in vrij nuchtere stijl, als ware het proza, weet op te roepen, vind ik knap. Het getuigt van inlevingsvermogen, voor een dichter niet onbelangrijk. Dat er op het gedicht wat structuur, muzikaliteit, ritme, interpunctie, e.d. het een en ander is aan te merken, doet niet zoveel ter zake. Dat zijn allemaal dingen die je, als dichter, al doende wel leert.'

Bron

www.4en5mei.nl/nieuws/nieuwsbericht/26