‘Hun hebben de taal verkwanseld’

Er is een bijbel op de markt verschenen die geheel in straattaal is geschreven. Het roept meteen vragen op: leest schrijven in straattaal - of beter gezegd: spreektaal - niet heel vervelend? Al talloze jaren woedt er een discussie over het gebruik van spreektaal in boeken. De één vindt spreektaal niets meer dan een excuus voor mensen die de Nederlandse taal niet goed onder de knie hebben, de ander herkent zijn Nederlandse wortels er in. Hoe je er ook over denkt, spreektaal is op veel verschillende manieren te gebruiken. Sommige schrijvers zullen je vertellen nooit spreektaal te gebruiken in geschreven verhalen. Het zou het ritme en de stijl verstoren. Als een personage plat praat, zou dat enkel aangeduid moeten worden in de beschrijving. Bijvoorbeeld: ‘Wat moet dat hier?’ zei hij zo plat als hij kon. Het probleem dat zich hier voordoet, is dat je de tekst aanvankelijk in je opneemt in Algemeen Nederlands. Vervolgens zou je bij elke uitspraak van dat personage stil moeten staan bij zijn uitspraak. Volgens Gerard Reve is het belangrijk om je personages nooit fonetisch weer te geven, zoals hij beschrijft in zijn boek Zelf schrijver worden. Ondanks dat het misschien echt zo gezegd is, zullen lezers zich eraan storen. Dialect Het tegenovergestelde is ook mogelijk: het hele verhaal is geschreven in spreektaal. In dat geval kun je het beste kiezen voor een dialect, omdat je dan kunt putten uit een geaccepteerde woordenschat in een bepaald gebied. Spreektaal heeft immers geen vaste regels, dus sommige uitdrukkingen zullen altijd wel iemand op de borst stuiten. Denk aan de vergelijkingswoorden ‘als’ en ‘dan’. De ene lezer zal geen enkele moeite hebben als de schrijver ‘als’ gebruikt, maar mensen die ‘dan’ gebruiken, in feite de correcte wijze, zullen zich er mateloos aan irriteren. Jan Stroop signaleert dan ook in zijn boek Hun hebben de taal verkwanseld dat het woord ‘dan’ waarschijnlijk zal verdwijnen uit onze taal. Om een gulden middenweg te creëren kun je spreektaal het beste consequent maar met mate gebruiken. In dat geval wordt je er niet mee overspoeld, maar weet het wel één of meerdere personages kleurrijker neer te zetten. Laat een personage bijvoorbeeld Algemeen Plat Nederlands praten, met uitdrukkingen als ‘hun zijn’ en ‘gaat-ie?’. In dialogen zullen lezers al snel het personage herkennen, zonder dat het de leeservaring stoort. René Appel, auteur van onder andere de thriller Goede vrienden, geeft aan dat je hier voorzichtig mee om moet gaan. Als je gewend bent om in schrijftaal te schrijven, dan kun je gemakkelijk fouten maken in de spreektaal. Dat klinkt misschien ironisch, maar lezers zullen zich er weldegelijk aan storen. Zo neemt Appel het voorbeeld met de woorden ‘wat isser?’. Om dit nog ‘spreektaliger’ te maken, kun je ook ‘tisser?’ schrijven, hoewel dit moeilijker zal zijn voor de interpretatie van sommige lezers. Bijbel in straattaal Het Nederlands Bijbelgenootschap hoopt in ieder geval met de bijbel in straattaal jongeren te interesseren in de evangelische teksten. Veel jongeren haken volgens Daniel de Wolf, schrijver van de straattaal bijbel, namelijk af door de traditionele teksten in het boek. Een fragment leest: ‘Maar Jowie was een rustige boy en hij wilde geen buzz en redu en haters praatjes over Maria en hij dacht erover om hun relatie in stilte te verbreken, je weet toch. Gewoon net doen of hij van nix wist en het uitmaken.’ Meer weten over spreektaal in dialogen? Lees het artikel van René Appel in het vijfde nummer van Schrijven Magazine van 2011. Bestel dat nummer hier.

Bron

www.trouw.nl/tr/nl/4468/Schrijf/article/detail/3022460/2011/11/08/Bijbel-in-straattaal-op-de-markt-Je-weet-toch.dhtml