Spreek de taal van uitgever en grafici - basistermen die je moet kennen

Als je schrijver bent, zijn woorden je gereedschap. Kom je dus in contact met een uitgever of publiceer je zelf, dan is het essentieel dat je het jargon van uitgevers en grafici kent. Om misverstanden en ook fouten te vermijden heb je een minimale basiskennis nodig van de juiste terminologie. 

Hieronder een greep uit het boek 200 basistermen (en 11 extra) die je moet kennen als je een boek uitbrengt (*).

Kaft, band of omslag?

Schriften en magazines hebben kaften; boeken hebben een band, ook omslag genoemd. Vroeger was deze vaak van hout en hij werd bekleed met linnen, leer, papier of perkament. Tegenwoordig gebruikt men - bij massaproductie - vrijwel altijd karton.

Het verschil tussen een kaft en een band c.q. omslag is de dikte van het papier. Ook een paperback, in goed Nederlands softcover genoemd, heeft een omslag en geen (slappe) kaft.

Onderdelen van een boekomslag

Een boekomslag bestaat uit een voorplat, een achterplat en een rug.

Het voor- en achterplat zijn de voor- en achterzijde van de omslag van een boek. De rug is het gedeelte waaraan de pagina’s (in jargon: het boekblok) zijn bevestigd. Dit bevestigen doet men door middel van naaien of lijmen.

Bij hardcovers wordt het boekblok soms versterkt in de rug met een al dan niet gekleurd weefseltje aan de boven- en onderkant: het kapitaalbandje. Oorspronkelijk werden deze bandjes gemaakt om het boekblok te verstevigen, tegenwoordig is het ook voor de sier.

Schutblad

Het schutblad verbindt het binnenwerk van een boek (het boekblok) met de omslag. Schutbladen blijven meestal onbedrukt, maar kinder- en prentenboeken vormen hierop wel eens een uitzondering. Een boek heeft twee schutbladen: een aan de voorste binnenkant van de omslag en een aan de achterste binnenkant.

Katern

Een katern is een in een vieren (of een meervoud van vier) gevouwen vel bedrukt papier als  onderdeel van een boek. Denk aan het Franse quatre: vier. Sommige boeken bestaan uit enkele katernen, andere uit vele.

Alle katernen van een boek worden bijeengevoegd, in de rug aan elkaar genaaid, en samen worden ze verstevigd met gaas en lijm. De buitenste randen van de katernen worden losgesneden (in sommige boeken zie je dat dat niet gebeurd is, zie illustratie) en vervolgens worden de katernen tegen de schutbladen gelijmd, waarna het geheel tegen de binnenkanten van de band c.q. omslag wordt gelijmd. De rug van het boekblok zit los van de bandrug.

Paperbacks, c.q. softcovers, hebben een omslag die weliswaar los van het binnenwerk wordt vervaardigd, maar waarvan het binnenwerk niet separaat gelijmd wordt: de pagina’s worden direct aan de rug gehecht. Paperbacks hebben daarom geen schutblad en evenmin een kapitaalbandje (voor dit laatste is gewoon geen ruimte).

Vormen van boeken

Er zijn diverse vormen van boeken waaruit je kunt kiezen:

paperback: een boek met het binnenwerk gehecht in de rug, met een omslag van stevig papier, meestal voorzien van een transparant plastic laagje, mat of glanzend;

pocket: als een paperback, en dan van een klein formaat, zodat het in de zak (pocket) past, ook: zakformaat;

hardcover: een gebonden boek met een stevige band c.q. omslag, meestal van karton;

hardback: een hardcover met de pagina’s zodanig ingebonden dat de pagina’s plat blijven liggen (en dus niet terugvallen), wanneer het boek wordt opengeslagen, zoals bij een atlas;

*200 basistermen (en 11 extra) die je moet kennen als je een boek uitbrengt is een handzame pocket met ringband, die je gemakkelijk in je tas meeneemt bij een bezoek aan je uitgever of graficus. Het verschijnt eind april bij M.BOOX en is te bestellen via info@mboox.nl.

Door Thérèse Major 

Thérèse Major is auteur en schrijfcoach. Haar werk verscheen bij o.a. de uitgeverijen Querido en Nieuw Amsterdam. Bij Schrijven Online verzorgt zij de cursus Literair proza schrijven, kun je dat leren? en Ieder kind kan verhalen schrijven. In de Taalwerkplaats Drenthe organiseert zij o.a. elke eerste zondag van de maand een Schrijverscafé.

Uitgeven