Vadertje Pfeijffer

In de aanloop van de uitreiking van de VSB Poëzieprijs 2016 bespreekt Remco Ekkers de genomineerde bundels. Deze keer  Idyllen, Nieuwe poëzie van Ilja Leonard Pfeijffer.

Als iemand schrijft: ‘In armen stort ik mij als van een flatgebouw. / Terwijl ik met begrip een grafkelder uithouw’, kun je dan van hem zeggen dat hij ‘dicht als niemand ooit tevoren’? Hoeveel rijmelaars waren en zijn er niet? Knittelverzen, die hebben we toch vaker gelezen.

Je kunt dan wel 6-voetige jamben schrijven, maar als je je vak niet zo beheerst als Vondel, krijg je regels zoals boven. Cats was daar berucht om. Cats had ook een tomeloze schrijfdwang (de bundel telt 175 pagina’s) en een groot taalvermogen. Er zijn meer overeenkomsten. Cats was populair, breedsprakig. Om de alexandrijn tot zijn vereiste lengte te brengen moet men wel zijn toevlucht nemen tot stoplappen. Het gepaarde eindrijm leidt ook vaak tot gezochte oplossingen en cliché’s. 

‘Geen mens weet hoe de allereerste mensen leefden, / zo luid als steen en drakenglas in bange knuisten. / De sterrenhemel werd bewerkt met boze vuisten.’

Er zijn natuurlijke grote verschillen. Cats was een brave calvinist en lang en gelukkig getrouwd. Hij was een hoge staatsdienaar en rijk. Hij zou gruwen van Pfeijffers neuk- en zuipverhalen. Volkse toon? Goed, maar geen grofheden. Maar hij was net zo intelligent en babbelziek. Net als bij Cats is de toon aartsvaderlijk (zoals hij de ‘lieve dichtertjes van Nederland’ toespreekt), moralistisch en hij kan smakelijk vertellen.

Zo is er in Idylle 26 een geestige omkering van de pijl van de tijd, zoals Hanlo voordeed in ‘Wij komen ter wereld…’: ‘Ik hang de druiven op. Ik giet de wijn erin. / Voorzichtig, een voor een vul ik ze met hun zin / die in de grond zal zingen waar ze in verdwijnen. / Ik plak het vlees aaneen tot dieren weer verschijnen’. 

Dat leidt aan het slot tot de gedachte dat de eerste ontmoeting met de geliefde de mooiste is: ‘zo wou ik dat ik jou pas morgen had ontmoet / en alles wat ooit fout ging, ging dan zeker goed.’

Net als bij Cats is het niet altijd een straf om Pfeijffer te lezen.

Ilja Leonard Pfeijffer, Idyllen, Nieuwe poëzie, uitgeverij De Arbeiderspers, Amsterdam 2015. 175 pp.