Afbeelding

Bron Unsplash

Complexiteit van de tijd (bij historische romans)

Om een historische roman te kunnen schrijven, is het noodzakelijk om uitgebreid onderzoek te doen. Zelfs als je fictie schrijft en je boek dus niet als ‘studieboek’ hoeft te dienen, moet alles wat beschreven is op zijn minst in grote lijnen correct zijn.

In mijn verhaal vermeng ik feiten en fantasie. Daarbij heb ik de vrijheid genomen om bepaalde gebeurtenissen net even anders weer te geven dan hoe ze in werkelijkheid hebben plaatsgevonden. Ook laat ik gebeurtenissen soms een paar jaar eerder of later plaatsvinden, als dat verhaaltechnisch beter uitkomt met de fictieve elementen.

Maar zelfs al ga ik relatief soepel om met de feiten, ik moet ze wel kennen. Daarom heb ik vele uren besteed aan het lezen van boeken en artikelen over het tijdvak waarin mijn verhaal zich afspeelt en over de levens van de personages.

Wie is dit nou weer?

Er waren momenten waarop ik door de bomen het bos niet meer zag. Kinderen kregen in belangrijke families in de Middeleeuwen immers vaak dezelfde namen als hun ouders of grootouders. Voortdurend vroeg ik mij af: over wie gaat deze informatie? Is dit mijn hoofdpersoon, of haar grootmoeder? Al snel werd duidelijk dat ik een deel van mijn personages een andere naam moest geven, omdat het verhaal anders niet te volgen zou zijn.

Zodoende ben ik begonnen stambomen op te stellen. Uitgebreid legde ik alle familiebanden vast. Van ieder personage noemde ik niet alleen de echte naam en zijn of haar geboorte- en sterfdatum, maar ook de naam die hij of zij in mijn boek kreeg. Er ontstond overzicht, waardoor ik mijn personages beter uit elkaar kon houden.

Chronologie

Omdat mijn boek zich in twee verschillende tijdvakken afspeelt, enkele decennia van elkaar gescheiden, moest ik ook de leeftijden van de personages en de chronologie in het verhaal goed in de gaten houden. Hoe oud waren de personages A en B op het moment dat ze elkaar voor het eerst ontmoetten? Is het mogelijk dat ze elkaar dertig jaar later nog een keer tegen het lijf zijn gelopen, of was een van beide toen al overleden? Had personage C de juiste leeftijd dat haar oma bevriend kon zijn geweest met iemand die veertig jaar eerder stierf? Gebeurtenissen een (beperkt) aantal jaren verschuiven is wat mij betreft niet erg, zolang het een bewuste, verhaaltechnische keuze is. Het zou echter zonde zijn om grote fouten te maken uit onachtzaamheid.

Tijdlijn

De oplossing voor bovenstaande vraagstukken was een tijdlijn. Die heb ik, heel simpel, opgesteld in Excel. In de bovenste rij plaatste ik alle jaartallen, van het begin van mijn boek tot het eind. Ieder jaartal had een eigen kolom. Daaronder kreeg ieder personages een eigen rij, waarin ik de jaartallen waarin hij of zij leefde, arceerde. Zo kon ik precies zien wie er ongeveer even oud waren en in welke jaren ontmoetingen mogelijk zouden zijn geweest. De tijdlijn heb ik geprint en in mijn schrijfkamer opgehangen. Zo kon ik alle aan mijn fantasie ontsproten verhaallijnen toetsen aan de werkelijkheid en nagaan of deze echt hadden kunnen gebeuren.

Het maken van een tijdlijn is niet alleen handig bij historische romans, maar ook bij andere boeken waarin verschillende tijdvakken een rol spelen. Op deze manier wordt de complexiteit van de tijd bedwingbaar.

Over de auteur
Kristel Stassen is freelance adviseur Omgevingswetgeving. Naast ondernemer is ze ook tweelingmoeder, ex-expat en geschiedenisliefhebber. Schrijven doet ze al haar hele leven, variërend van wervende teksten voor brochures, tot korte stukjes voor tijdschriften en blogs over haar verblijf in het buitenland. Het manuscript van haar eerste historische roman ‘Omdat u het zegt’ (www.facebook.com/omdatuhetzegt), is zo goed als afgerond.