3 topredacteuren over hun vak

Een goede redacteur is goud waard voor een schrijver, maar een goede schrijver is ook goud waard voor een redacteur. In het lentenummer van Schrijven Magazine vertellen 3 topredacteuren van gerenommeerde uitgeverijen over hun vak. ‘Vaak zie je op pagina 1 al of een schrijver een epische stem kan opwekken.’

Door Roman Helinski

De grande dame van de Nederlandse uitgeverswereld

Zelf zal ze het waarschijnlijk nooit beamen, maar Tilly Hermans (Atlas Contact) is de grande dame van de Nederlandse uitgeverswereld. Ze kent het klappen van de zweep als weinig anderen en begeleidt vooraanstaande schrijvers als Adriaan van Dis, Oek de Jong en P.F. Thomese.

Het debuut van Niña Weijers

In 2014 debuteerde onder haar hoede Niña Weijers met het bekroonde De consequenties. De redactrice had al een paar jaar voordat dit debuut verscheen contact met Weijers. Een van haar auteurs had een verhaal in een tijdschrift getipt. Uit dat contact kwam een samenwerking voort, maar de roman liet nog een tijd op zich wachten: ‘Wij, de uitgeverij, willen dat zo’n debuut, elk boek eigenlijk, het hoogst mogelijke is wat een auteur op dat moment kan met zijn romangegeven. Er moet rust en ruimte zijn voor de auteur. Geen haast. Vier of vijf versies wandel ik met de auteur mee, soms ook meer. Wat is er goed aan? Waar zitten de zwakke plekken? Een auteur voelt zelf vaak haarfijn aan waar de tekst inzakt.’

De slushpile

Via het netwerk van haar auteurs stuit Hermans geregeld op nieuwe namen. De slushpile – die hoge toren aan ingestuurde manuscripten die op elke uitgeverij groeit en groeit – bekijkt ze een doodenkele keer; andere redacteuren werken de stapel door. ‘Manuscripten van schrijvers die nog niet rijp zijn, zitten bijvoorbeeld vol met personages die met zoveel details worden geschilderd dat de lezer de persoon bijna niet meer kan zien. Ook zijn er vaak veel plotjes en doodlopende eindjes. Wat kan helpen bij zo’n manuscript: terugwerken. Veel schrijvers weten pas echt wat ze met het boek willen zeggen als ze aan het einde van hun verhaal zijn gekomen, dus dan kan je met die kennis ook een helder begin schrijven. Tegenwoordig is best veel werk behoorlijk aardig hoor, al vallen de korte zinnen me op; van die “in your face”-zinnen. Ik mis weleens de cadans, het ritme in een tekst, een afwisseling van korte en lange zinnen; een goede bijzin kan wonderen doen.’

Meer  lezen? Nog even geduld, het lentenummer van Schrijven Magazine verschijnt begin april.

Nog geen abonnee? Neem vóór donderdag 24 maart 16:00 u. een abonnement, dan krijg je het lentenummer thuis!

Ook leuk als cadeau!

Word abonnee  Geef een abonnement cadeau

Techniek