Afbeelding

Beeld Pexels

6 schrijftips uit de theaterwereld

6 schrijftips uit de theaterwereldOf je nou een boek schrijft of op het podium staat, je bent altijd bezig met een verhaal vertellen. Het gaat allemaal om het vertellen van meeslepende verhalen die onze lezer of ons publiek wil horen. Je kunt als schrijver veel leren van andere vormen van verhalen vertellen. Daarom hebben wij vandaag 6 schrijftips verzameld die je kunt leren van het theater.

1. Je moet kunnen improviseren

Als acteur op het podium kan er van alles misgaan. Je kunt je tekst vergeten, anderen kunnen onverwachte dingen doen; je moet op elk moment kunnen inspelen op een bepaalde situatie. Zo is het ook met schrijven. Hoe goed je alles ook structureert, je kunt er ergens in het midden achter komen dat het overleden personage toch levend nodig is of je merkt dat je spanning moet gaan inbouwen om de lezer geïnteresseerd te houden. Je moet bereid zijn om de richting van je verhaal te veranderen wanneer je merkt dat dit nodig is.

2. Er zijn geen kleine rollen

Ook een personage dat maar één zin krijgt, kan de macht hebben om alles te veranderen voor het hoofdpersonage. Zelfs personages die helemaal niets zeggen, kunnen het plot volledig omgooien. Hoeveel tijd iemand krijgt in de spotlight of hoeveel tekst iemand heeft, zegt lang niet altijd iets over hoe belangrijk diegene is voor het verhaal.

3. De reacties van je publiek kunnen je helpen

Een acteur probeert het publiek vaak aan het lachen of juist aan het huilen te krijgen. Hoe het publiek reageert, beïnvloedt hoe de acteur verdergaat  met het spelen van zijn rol. Ook schrijvers kunnen hun publiek gebruiken om beter te worden. Deel je werk met meelezers of een schrijfbuddy. Reageren ze zoals je had gehoopt? Zo niet, dan weet je wat je moet doen. Vraag om feedback en beslis aan de hand daarvan wat je anders gaat doen.

4. Je verhaal heeft meerdere kleine verhalen en climaxen

Zeker langere werken worden opgebroken in brokken. Na de eerste brok, het eerste verhaaltje, komt er een kleine climax. Deze miniclimax heeft als doel het publiek achter te laten met een sterke emotie en een cliffhanger zodat ze blijven zitten voor de rest van het verhaal. De laatste scène moet groots en meeslepend zijn. Hier is het doel je publiek tevreden achter te laten. Of juist nog met een heleboel vraagtekens - dat is aan jou. Bouw dus niet op naar maar één climax; dat duurt te lang. Geef je lezer voor die tijd al wat onthullingen zodat hij/zij nieuwsgierig blijft naar de rest.

5. Onthul met dialogen de ware aard van je personages

De tekst in de dialogen is waar een personage wordt geboren. Wat het personage zegt en hoe hij of zij reageert op anderen, zegt alles over zijn of haar normen, waarden en motieven. Laat ook in jouw verhaal de dialoog het woord doen. Laat in dialogen alles zien wat de lezer moet weten. Dat is veel interessanter en interactiever dan wanneer je de karaktertrekken van het personage voor je lezers uitspelt.

6. Je kunt niet direct in première gaan

Wat zou er gebeuren als je tegen al je acteurs en andere mensen die meewerken aan je toneelstuk op de allereerste dag laat weten dat diezelfde avond de première is? Dat zou niet heel goed aflopen, toch? Repeteren doe je niet voor niets. En repeteren is in dit geval hetzelfde als herschrijven. Jij gaat ook niet in première met je kladversie.

Bron: The Write Practice

Door Shirley de Koster