PREVIEW: Dit zijn de meest voorkomende fouten in manuscripten

In het komende nummer van Schrijven Magazine zet redacteur Rob Steijger zijn meest gemaakte opmerkingen bij manuscripten bij elkaar om jou, als schrijver, zo veel mogelijk schrappen en herschrijven te besparen. Extra voordeel: je redacteur kan zich hierna op andere fouten en verbeterpunten concentreren.

Door: Rob Steijger

In veel fictiemanuscripten kom ik dezelfde fouten tegen. Dan heb ik het niet over plot- en taalfouten, maar over perspectieffouten, inconsistenties in de vertelvorm, het ontbreken van het non-verbale en dialogen waarbij het onduidelijk is wie er aan het woord is, om de belangrijkste maar direct te noemen. Fouten die ik als redacteur niet zélf kan aanpassen, omdat dit ten koste zou gaan van de stijl – ik zou het immers in míjn woorden herschrijven. Dus licht ik ze toe in de kantlijn en laat ik het herschrijven over aan de auteur. Ook plotfouten kan ik niet zelf aanpassen, maar deze zijn te manuscript-specifiek om in dit overzicht te behandelen.

Perspectieffouten


Voordat je als schrijver ook maar één zin op papier zet, dien je het perspectief te bepalen. Oftewel: wie aanschouwt er? Of anders geformuleerd: wie ervaart er en wat vindt hij/zij hier vervolgens van?
Je kunt ervoor kiezen enkel de protagonist te laten aanschouwen. Door echter meerdere personages te laten aanschouwen, kun je dezelfde scène vanuit meerdere hoeken belichten. Om de lezer te helpen de verschillende perspectieven uit elkaar te houden, kun je ze van een eigen vertelvorm voorzien. (Onder ‘Inconsistenties in de vertelvorm’ leg ik uit hoe dit werkt én hoe dit fout kan gaan.) Heb je eenmaal een perspectief gekozen, dan dien je hier de rest van het hoofdstuk of in elk geval tot aan de volgende witregel aan vast te houden.  Onderstaand voorbeeld laat een veelvoorkomende perspectieffout zien:

Terwijl ik met Leo praat, zie ik hem telkens over mijn schouder richting het raam kijken, waar zijn moeder de vitrages opzij heeft geschoven om hopelijk iets van ons gesprek op te vangen. Al zou ze maar íéts uit onze lichaamshouding kunnen opmaken.

De ik-figuur kan Leo wél naar het raam achter zich zien kijken, mits hij weet dat daar een raam is, maar als hij zich niet omdraait, kan hij Leo’s moeder níét zien. En de laatste zin (‘Al zou ze maar...’) valt zowel buiten het perspectief van de ik als van Leo.

Wil jij weten welke fouten Rob Steiger nog meer tegenkomt in manuscripten? Lees het komende nummer van Schrijven Magazine dat omstreeks 1 december verschijnt. Het komende nummer niet missen, maar nog geen abonnee? Profiteer vóór maandag 20 november 16:00 u. van de introductieaanbieding.

Word abonnee   Geef Schrijven Magazine cadeau

Uitgeven

Techniek