Schrijfprobleem #26: je werk niet opmaken

Tekstopmaak is een belangrijk onderdeel van het schrijfvak.In het vak wordt veel aandacht besteed aan schrijvers die de spelling- en grammaticaregels niet kennen. Maar hoe zit het met de opmaakregels voor een tekst?

Menig schrijver stuurt een verhaal in voor een schrijfwedstrijd of zelfs naar een uitgever zonder aandacht te besteden aan de opmaak van de tekst. Titels springen niet in het oog, alinea’s zijn vrijwel niet te bekennen en witregels ontbreken.

Hoe goed zo’n verhaal ook geschreven is, zowel qua grammatica als stijl, het is een ramp om te lezen. Een onjuiste tekstopmaak – of in sommige gevallen: geen tekstopmaak – is dan ook een veelvoorkomende reden dat een literair agent of uitgever het manuscript meteen aan de kant legt. Tekstopmaak is dus één van de belangrijkere onderdelen van een verhaal, maar veel schrijvers zijn zich hier niet van bewust.

Nu is het zo dat een schrijver niet per se de spellingsregels perfect onder controle hoeft te hebben. Zolang de plot en de schrijfstijl van een verhaal uitstekend zijn, maak je kans om door te breken. Dit geldt niet voor een manuscript zonder tekstopmaak, omdat de meeste redacteuren simpelweg – en logischerwijs – de moeite niet nemen om het te lezen.

De oplossing? Sla er een boek op na hoe je gebruik maakt van alinea’s, witregels, aanhalingstekens, enz. Je kunt het ook vragen aan vrienden of kennissen. Kijk bovendien altijd naar de opmaakregels die het bedrijf waar je de tekst naar opstuurt stelt. Dit zijn vaak kleine – maar belangrijke – zaken als een ander lettertype en font dan je gewend bent. Maar als het ervoor zorgt dat je tekst gelezen wordt, dan is het een kleine moeite.

Bron

www.schrijvenonline.org