3 tips om jouw innerlijke criticus om zeep te helpen

Fijn, dat perfectionisme en die innerlijke drive. Als je er ook maar een beetje van hebt, kunnen ze je helpen om je boek niet alleen te voltooien, maar ook nog eens zo goed mogelijk te maken. Toch kan dat stemmetje in je hoofd je ook danig in de weg zitten, want ‘er zijn toch al zoveel boeken’, ‘niemand zit op jouw debuut te wachten’ en ‘misschien bak je er wel helemaal niets van’. Met die gedachten kom je nergens en lukt het je al zeker niet om jouw droomboek te schrijven. Tijd om die innerlijke criticus even uit te schakelen. En dat kan in 3 kleine stappen.

1. Kies zelf de gedachten die je wel en niet gelooft

Je gedachten doen rare dingen met je. Je produceert er zo’n 60.000 per dag (ja, echt, iedereen, ook de mensen van wie je het niet verwacht) en van die 60.000 zijn er maar een stuk of 5.000 origineel, de rest is een kwestie van herhaling. Van wat je jezelf wijs maakt. Zo kan het gebeuren dat sommige gedachten aan kracht winnen (omdat je ze gelooft en vaak herhaalt) en laat dat net de gedachten zijn die je liever niet hebt.

Toen ik vorig jaar aan mijn nieuwe boek begon, ging dat hartstikke goed. In tegenstelling tot een eerder project, vlogen de zinnen op papier en had ik het gevoel dat het de goede kant op ging. Ik lag op schema en mijn gevoel was positief. Totdat mijn innerlijke criticus haar kans greep.

Wat gebeurde er: ik las Lieve mama, het toen net verschenen boek van Esther Verhoef…en ik vergeleek die thriller met de mijne. Het gevolg hiervan was dat de moed me direct in de schoenen zakte. Ik vergat de overeenkomsten en focuste op de verschillen en het stemmetje in mijn hoofd bleef maar dreinen dat mijn boek niet spannend genoeg was. Om aan mijn twijfel een einde te maken, stuurde ik mijn stuk naar de uitgever met de vraag: is dit wel iets? Gelukkig was het antwoord veel positiever dan ik ooit had geloofd en deze ervaring leerde me: geloof niet altijd wat je denkt.

Hoe los je dat op? Bedenk dat je gedachten niet per sé waar zijn. Het zijn verzinsels die je zelf hebt gecreëerd en ze worden pas werkelijkheid als de innerlijke criticus de macht kan grijpen en er betekenis aan geeft. Je kunt je gedachten niet langer geloven door ze op te schrijven en er een label ‘emotie’ of ‘feit’ aan te hangen. Je zult verbaasd zijn hoe vaak je dat eerste etiket uitdeelt. En als je eenmaal ziet dat je negatieve gedachten bijna altijd emoties zijn, kun je er veel beter mee dealen. Twijfel je nog steeds: schakel dan een hulplijn in en vraag iemand om naar je werk te kijken. Na de positieve feedback van mijn uitgever, kon ik zonder problemen verder.

2. Geef je negatieve gedachten een naam

Merk je dat je regelmatig last hebt van je innerlijke criticus, geef hem (of haar, net wat je wilt) dan een naam. Is dat een beetje raar? Natuurlijk, maar het helpt wel! Waarom? Als je al die losse, negatieve gedachten toewijst aan één perso(o)n(age) dan blijven ze niet (in herhaling) door je hoofd spoken. Ook is het gemakkelijker om die negatieve gedachten dan als ‘niet van jezelf’ te zien, maar van een ander. Geef je criticus een naam, bedenk hoe hij of zij eruitziet en besluit dat het een vriend(in) is die je op weg helpt, maar die je niet altijd op bezoek wilt hebben. Wil je wel gebruik maken van de kritische blik, dan besluit je om een ‘afspraak te plannen’ en ga je dan met die kritische feedback aan de slag. Op die manier ‘parkeer’ je de gedachten tot een later moment en kun je zelf lekker verder.

3. Focus je op het belang van je project

Ben je begonnen aan een boek (of aan een ander project) dan doe je dat niet zomaar: je besteedt er veel tijd, moeite en energie aan omdat het belangrijk voor je is. Juist op de dagen dat het schrijven niet zo lekker gaat, zien je negatieve gedachten kans om terrein te winnen. Probeer op dat moment naar het grote geheel en naar je basismotivatie te kijken. (Bonustip: schrijf deze ook letterlijk op aan het begin van je project, zodat je die er weer bij kunt pakken als het moeilijk wordt). Waarom werk je eraan? Wat is je (lange termijn) doel? Weet dat je daarnaartoe werkt ook al is is je dagopbrengst niet zoals je had gehoopt.

Kortom: kijk of je gedachten terecht zijn of ontsproten uit emotionele gedachten, bundel ze dan en parkeer ze tot een later tijdstip, wijs ze aan iemand anders toe als jezelf (en ja, dat is een verzonnen figuur…maar nogmaals, dat werkt echt en daar gaat het om) en houd altijd jouw grotere doel in gedachten. Natuurlijk komen er moeilijke momenten, maar op deze manier kom jij daar doorheen en snoer je die innerlijke criticus de mond en schrijf jij lekker door aan je nieuwe boek!

Door Joyce Spijker

Wil je meer weten over Joyce Spijker? Kijk hier op haar website.

Techniek