Negen korte schrijfoefeningen voor beginnende schrijvers

We kennen het allemaal: je wil gaan schrijven, maar iets weerhoudt je ervan. Je gaat opruimen, afwassen, schoonmaken, boodschappen doen en voor je het weet lig je alweer in bed te mokken over het feit dat er nog steeds niks op papier staat. Schrijven Online biedt negen korte opdrachten waarmee je op gang komt in het schrijfproces.

Gebruik voor deze opdrachten een stopwatch, timer of wekker. Je hebt per opdracht tien minuten de tijd. Het verhaal hoeft na die tien minuten niet af te zijn. Je zal zelfs zien dat je nog veel langer door had kunnen schrijven. Voor je het weet heb je alweer inspiratie voor dat ene grote project.

  • Zet de televisie of radio aan op welke zender dan ook. Schrijf een aantal willekeurige zinnen op die je hoort. Kies er één en gebruik die zin als het begin van een verhaal, een dialoog of wat je ook maar kan verzinnen.
  • Er wordt aangebeld. Het is de postbode met een pakketje zonder afzender. Je maakt het open. Wat zit er in? Is het iets angstaanjagends, of juist iets beeldschoons? Hoe voelt het aan, hoe ruikt het, wat kan je ermee doen, welke gevoelens roept het op? Laat je creativiteit de vrije loop.
  • Je wordt midden in de nacht wakker door een hard geluid. Beschrijf wat er in de volgende tien minuten gebeurt.
  • Je bent jarig. Van een vriend(in) krijg je het allerbeste (of allerslechtste) cadeau dat je ooit zou kunnen krijgen. Beschrijf het openen van het pakketje tot aan de gevoelens die het bij je oproept en hoe je daarop reageert.
  • Beschrijf de eerste keer dat je op de middelbare school kwam. Wat gebeurde er? Welke les had je? Hoe zag het gebouw eruit? Wat voelde je?
  • Denk terug aan een moment waarop je oprecht bang was. Herinner je de omgeving en details waar je nooit bij stil hebt gestaan. Hoe kwam je daar? Hoe kwam je eruit? Waren er andere ‘vluchtroutes’? Beschrijf wat er zou zijn gebeurd als je daar was gebleven of als je een andere keuze had gemaakt dan dat je toen deed.
  • Denk terug aan een voorwerp uit jouw verleden. Een favoriete jas, een stuk speelgoed, de appeltaart die jouw moeder altijd maakte. Iets wat levendige herinneringen bij je oproept. Beschrijf deze hoe je maar wilt.
  • Plan de perfecte bankoverval. De daad moet in tien minuten gebeuren.
  • Je vindt een bom op een onwaarschijnlijke plek. De timer tikt. Je hebt nog tien minuten. Wat doe je?

Meer oefenen? Kijk dan eens bij ons aanbod van schrijfoefeningen