Als ik het heel elementair zou uitleggen, zoals bij mij op school nogal eens voorkomt, dan zeg ik: Bij 'de getelde stemmen' staat de 'n' al bij stemmen. Laat je stemmen weg, dan krijg je 'de getelden' bij personen en 'de getelde' bij dingen.

Het is een bijvoegelijk naamwoord gemaakt van een voltooid deelwoord. In het geval van de verdwenen vissen is het: de vis verdwijnt, de vis verdween, de vis is verdwenen, de vissen zijn verdwenen. Dus de verdwenen vis. Bij tellen is het; ik tel, ik telde, ik heb geteld, de stemmen zijn geteld. De getelde stemmen. Ze kan dus door de zin anders te zeggen kijken of het met een n is of dat het zonder n is met een e erachter gevoegd. Het gaat niet altijd op maar in de meeste gevallen wel. Ik weet niet hoe oud je dochter is en of ze dit al begrijpt maar misschien kun je zelf een leuk ezelsbruggetje verzinnen voor haar.

De vissen zijn verdwenen De stemmen zijn geteld... Edit, Dat was exact op hetzelfde moment, die van IJber is uitgebreider, dus beter!