Beste Oom, Het is nu alweer een jaar geleden dat u van ons weg bent genomen. Ik wil dat u weet dat ik u mis, daarom schrijf ik u, in de hoop dat u deze brief hoog in de lucht, ergens in de wolken, zult ontvangen. Wanneer het regent zal ik weten dat u hebt gehuild van blijdschap, want zo werkt het daarboven, toch? Vertel me daar eens wat over, of moet ik daar maar achter komen wanneer het voor mij zover is? Ook is het een jaar geleden dat u uw geld hebt achtergelaten. Het huis en bijna al uw bezit is tegen mijn wil verkocht, het geld en uw as is het enige dat we nog over hebben, en dat koester ik. Daarom heb ik besloten om niet mijn wensen ermee te vervullen, maar die van anderen. De helft is naar een goed doel gegaan, zodat heel de wereld mag genieten van uw fortuin, het zal voortleven in het geluk van de armen, is dat niet mooi? De andere helft gaat naar mijn kinderen, voor een goede start en zodat u ook nog een beetje in hen leeft. Want ik heb geen wensen meer, u hebt die allemaal vervuld. U was niet zomaar een oom, u was mijn oude broer, mijn vader, mijn opa en mijn mentor. U bent de bouwsteen van mijn leven. Wacht, ik heb nog één wens, maar iedereen weet dat die niet vervuld kan worden, dat is onmogelijk, tenzij u terugschrijft. Want mijn wens is dat u nog leeft, ergens hoog in de lucht, tussen de wolken, waar u de brief zult ontvangen. En als dat zo is, wacht u dan op mij, ik kom eraan. Sneller dan u denkt. Liefs, je Neef.