Lid sinds

3 jaar 3 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

#466 - Meester van het lot

In een kamer waar een flauw kaarsje flikkert en schaduwen spuwt die de herinneringen aan het daglicht wegnemen, zit Tony aan zijn houten bureau. Voor hem ligt een spierwit vel papier en in zijn hand rust een pen - zijn eeuwige metgezel.

'Ik kan het niet meer,' mompelt hij tegen de pen, zijn stem vol verlangen naar vrijheid. 'Jij en ik… het is tijd.'

Hoe beëindigt een schrijver de relatie met zijn pen? De ironie is niet te ontwijken. Wil hij zijn afscheid documenteren, dan moet hij zijn geliefde pen weer in de inkt dompelen.

'Hoe beschrijf ik het einde zonder jou?' vraagt hij. 'Het is alsof ik mezelf wil beschrijven zonder een spiegel.'

De pen lijkt te antwoorden, glanzend onder het flauwe kaarslicht, een verlengstuk van zijn eigen vinger. Tony schrijft en de woorden stromen over het papier zoals water over een waterval.

Bij elke zin die hij opschrijft, wordt hij zich meer bewust van de paradox van zijn situatie. Het gevoel groeit, een besef dat de grens tussen schepper en instrument vervaagt.

Is hij het die schrijft of wordt hij geschreven?

'Ik ben de auteur van mijn lot, maar ben ik ook niet de inkt, het papier, de woorden?' murmelt hij. 'Als ik de meester ben van de pen, ben ik dan niet ook de meester van alles?'

De kamer wordt stiller, alsof de tijd zelf wacht op zijn volgende woorden. Hij kijkt naar zijn handen, naar de pen die als een verlengstuk van zijn ziel voelt.

'Als ik kan scheppen met woorden, ben ik dan niet… God?'

De lucht wordt dikker, de grenzen van de realiteit vervagen. Tony voelt een kracht in zich opwellen: hij is zowel alles als niets.

'Een god heeft geen instrument nodig,' fluistert hij en legt de pen neer.

In de stilte die volgt, beseft hij dat de pen, het papier en de woorden allemaal uitdrukkingen zijn van zijn goddelijke zelf.

Met hernieuwde kracht pakt hij de pen weer op. Hij zal niet langer schrijven als een sterveling! Hij zal schrijven als een god!

Zijn eerste daad?

Buurvrouw Janine met de boezem belt aan.

 

 

---- verleden tijd versie ---

In een kamer waar een flauw kaarsje flikkerde en schaduwen spoot die de herinneringen aan het daglicht wegnamen, zat Tony aan zijn houten bureau. Voor hem lag een spierwit vel papier en in zijn hand rustte een pen - zijn eeuwige metgezel. 

'Ik kan het niet meer,' mompelde hij tegen de pen, zijn stem vol verlangen naar vrijheid. 'Jij en ik… het is tijd.'

Hoe beëindigt een schrijver de relatie met zijn pen? De ironie valt niet te ontwijken. Wilde hij zijn afscheid documenteren, dan moest hij zijn geliefde pen weer in de inkt dompelen.

'Hoe beschrijf ik het einde zonder jou?' vroeg hij. 'Het is alsof ik mezelf wil beschrijven zonder een spiegel.'

De pen leek te antwoorden, glanzend onder het flauwe kaarslicht, een verlengstuk van zijn eigen vinger. Tony schreef en de woorden stroomden over het papier zoals water over een waterval.

Bij elke zin die hij opschreef, werd hij zich meer bewust van de paradox van zijn situatie. Het gevoel groeide, een besef dat de grens tussen schepper en instrument vervaagde.

Was hij het die schreef of werd hij geschreven?

'Ik ben de auteur van mijn lot, maar ben ik ook niet de inkt, het papier, de woorden?' murmelde hij. 'Als ik de meester ben van de pen, ben ik dan niet ook de meester van alles?'

De kamer werd stiller, alsof de tijd zelf wachtte op zijn volgende woorden. Hij keek naar zijn handen, naar de pen die als een verlengstuk van zijn ziel voelde.

'Als ik kan scheppen met woorden, ben ik dan niet… God?'

De lucht werd dikker, de grenzen van de realiteit vervaagden. Tony voelde een kracht in zich opwellen: hij was zowel alles als niets.

'Een god heeft geen instrument nodig,' fluisterde hij en legde de pen neer.

In de stilte die volgde, besefte hij dat de pen, het papier en de woorden allemaal uitdrukkingen van zijn goddelijke zelf waren.

Met hernieuwde kracht pakte hij de pen weer op. Hij zou niet langer schrijven als een sterveling! Hij zou schrijven als een god!

Zijn eerste daad? 

Buurvrouw Janine met de boezem belde aan.

 

 

Lid sinds

5 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker

Wow, Tony, ik ben onder de indruk van je verhaal. Mooi beschreven. Alleen die laatste zin, die doet voor mij afbreuk aan het verhaal.
Naar mijn idee zou je verhaal in de tegenwoordige tijd ook niet misstaan.
 

Lid sinds

7 jaar 7 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Weer een meesterwerkje van Tony. Janine vooral niet weghalen, ze brengt je zwevende voetjes weer stevig op de grond. Wel akkoord met Fief waar het de TT betreft. 

Lid sinds

7 jaar 3 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Hoi Tony, je vormt een drieeenheid met je pen en papier, zoveel is nu maar weer eens duidelijk geworden. Jaloersmakend mooi! Ik ben benieuwd naar het vervolg; jouw verslag van de komst van buurvrouw Janine.

Lid sinds

2 jaar 2 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Tony, ik had naar het einde toe van jouw verhaal mijn geliefde kalligrafiepen weer bovengehaald, maar liet ze vallen toen ik schrok van de bel. 

Lid sinds

3 jaar 3 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

@Fief: dankje, de laatste zin maakt het verhaal voor mij :) 

@Gi & Fief: dankje, het werkt inderdaad mss beter in TT, heb het aangepast

@Schmetterling: hopelijk is ze niet gebroken!

 

Lid sinds

3 jaar 3 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

@Ton: dankje voor jou een vervolg:

Buurvrouw Janine met de boezem belt aan.

Het geluid van de bel snijdt door de schemerstilte die in de kamer hing. Tony schrikt op uit zijn overpeinzingen en kijkt naar de deur. Zou het werkelijk buurvrouw Janine zijn? Draagt ze haar strakke lederen broek? Of beter, heeft ze zich slechts gehuld in een niemendalletje die rode kanten lingerie niet kan verbergen? 

22:22 op zijn Casio.

Waarom belt ze precies op dit goddelijke moment aan?

‘Binnen!’ roept hij.

Hij staat op en staart naar de deur, zijn blik een mix van onzekerheid en een nieuw gevoelde almachtigheid. De deur draait open met een snelheid die een slakkengang jaloers maakt. Daar staat Janine inderdaad, met een frons op haar gezicht en een schaal versgebakken koekjes in haar handen.

"Ik dacht dat je wel wat gezelschap kon gebruiken," zegt ze, een glimlach forcerend.

Tony kijkt haar verbaasd aan. Roze olifantenslippers onder een roze oudevrouwenpeignoir? Versgebakken koekjes?

Hij kijkt naar zijn pen. ‘Komaan gast! Het moet van twee kanten komen!’

Janine zucht en doet twee passen voorwaarts. Hij ruikt haar amandelshampoo. Ze streelt zijn arm en duwt hem in zijn schrijversstoel. ‘Ik hoorde je de hele avond praten en mompelen. Het leek erop dat je door iets dieps ging. Ik maakte me zorgen.’

Een steek van schaamte prikt in Tony’s buik. Had hij echt zo luid gesproken dat Janine hem kon horen?

‘Soms,’ begint ze, terwijl ze om zich heen kijkt, de afwezigheid van decorstukken in zich opnemend, ‘hebben we gewoon iemand nodig om ons te herinneren aan de eenvoudige dingen in het leven.’

Ze wijst naar zijn twijfelaar in de hoek, keurig opgemaakt. Ze stapt naar het bed, toucheert heel even de doos Kleenex op zijn nachttafeltje alsof het een spinnende kat is, trapt haar olifantenslippers uit en vlijt zich op het dekbed. Dat ze daarbij de schaal koekjes balanceert alsof dit haar job is, windt hem op.

Tony forceert zijn blik op het vel papier. Janine heeft gelijk. Hoe diep hij ook in zijn schrijfproces zit, hij mag de realiteit en de mensen om hem heen niet vergeten.

Ze steekt een koekje in haar mond, beweegt haar lippen smakkend en rolt haar tong om een kruimeltje dat uit haar grip dreigde te vallen. ’Er is niets goddelijkers dan de geur van versgebakken koekjes,’ grapt ze en trekt haar badjas wat losser. Een invitatie?

‘Weet je, Janine, misschien is dat waar het allemaal om draait. Het vinden van het goddelijke in de kleine momenten.’

Hij duwt zich als een leeuw recht uit zijn schrijversstoel en springt op Janine alsof ze een mals reebokje is, zijn prooi, zijn diner, alsof het voorbestemd is en zij vanaf nu alles enkel nog zal ondergaan. Hij heeft zweepjes in zijn kast, en touw, en glimmende dingen waar je batterijen kan insteken. De schaal galmt op de vloer als de gong in een tempel. 'Woon in mijn tempel!' schreeuwt Janine.

Tony staart naar het witte vel papier en denkt aan een waterval en hoe het water stroomt.

 

 

Lid sinds

7 jaar 3 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Hilarisch, Tony. Dankjewel voor deze bijzondere pennenvrucht.
Nu ik nader kennismaak met je buurvrouw Janine, vermoed ik dat zij de ooit geëmigreerde eeneiige tweelingzus van mijn buurvrouw is. Het toeval wil dat ook zij, Janneke, afgelopen herfst mijn schrijfstulpje betrad in krek hetzelfde tenue als jij beschreef, maar dan in lichtgele uitvoering. Haar slippers waren van badstof en hadden een panterprint. Toen haar peignoir openviel, ontwaarde ik tussen haar weelderig okselhaar een aangebroken rol biscuitjes, die kennelijk nooit hadden begrepen waar de afkorting THT voor staat. Immers, bij Jannekes eerste hap van het deegwaar brak haar kunstgebit spontaan in drieën.
De onaangebroken doos Kleenex kwam mij later goed van pas toen een hardnekkige neusverkoudheid mij het leven zuur maakte.

Lid sinds

3 jaar 3 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

@Taco: omdat je het vroeg, en omdat het kan: een vervolg op het vervolg: voor jou!

Tony staart naar het witte vel papier en denkt aan een waterval en hoe het water stroomt.

‘Stop!’ schreeuwt Janine, haar gezicht bleek en vol angst. Ze duwt Tony weg, haar ademhaling zwaar en onregelmatig. ‘Dit... dit is niet wie ik ben. Dit is niet wie wij zijn. Dit kan niet!’

Tony, als een leeuw die zijn prooi rook, er lekker aan snuffelde, zich de ware koning van de jungle waande en toch zijn verovering zag wegsprinten, zit stil, deinst terug uit het bed, zakt in zijn schrijversstoel en kijkt haar aan. ‘Janine? Dit is toch waarvoor je kwam?' Ze kwam om te komen!

Ze schudt haar hoofd. ‘Ik ben slechts een spook, een hersenspinsel, een product van je verbeelding. Jij... jij hebt me gecreëerd, Tony. Ik ben een reflectie van je eigen verlangens, je angsten, je dromen. Ik ben niet echt.’

Tony's hart klopt in zijn oren, het geluid dreunend en allesomvattend. Een diepe leegte groeit in hem, een kloof tussen wie hij dacht dat hij was en wie hij echt is. ‘Als ik jou creëerde, ben ik dan jouw vader?’

Janine knikt. ‘Dat klopt. En dat is ziekelijk fout. Maakt me nog niet echt.’ Ze schudt met haar boezem alsof dat wat verklaart. Serieuze creaties, zulke tepelhoven maken ze niet meer, denkt Tony. ‘Het maakt me een deel van jou,' gaat ze door. 'Een deel dat je moet erkennen en omarmen.’ Tony dwingt zijn blik weg van haar pretbergen en staart naar de koekjes op de grond. Eentje verstopt zich in een roze olifantenslipper. Haar badjas bedekt de doos Kleenex. ‘Een deel om te erkennen en omarmen, maar ook een deel dat je moet loslaten.’

De kamer lijkt kouder, de schaduwen dieper. Tony's wereld draait om hem heen als een verlaten kermis, de echo's van gelach en muziek veranderd in een ijzige stilte. Hij is als een schip zonder kompas op een eindeloze zee, ronddrijvend zonder richting, elke bekende ster verduisterd, elke vertrouwde kustlijn vervaagd tot een wazige herinnering. ‘Ik heb je nodig,’ fluistert hij.

Janine glimlacht zachtjes. ‘Misschien was dat ooit waar. Nu, nu moet je je eigen pad vinden, je eigen verhaal schrijven. Zonder mij.’ Ze staat op, graait de badjas van het nachttafeltje en trekt hem tergend traag aan. Wil ze hem de tijd geven wat te zeggen dat haar zou stoppen? Hij vindt de woorden niet. Uiteindelijk bindt ze met een roze badstoffen ceintuur haar middel strak, daarmee het einde bevestigd. Ze steekt haar linkervoettenen in de linkerslipper, bij dezelfde actie in de rechter vindt ze het koekje, ze raapt de slipper op, flikkert het koekje op het bed, gooit de slipper op de vloer en plant er haar rechtertenen in.

Tony voelt tranen in zijn ogen branden. ‘Hoe kan ik dat doen? Hoe kan ik verder gaan zonder jou?’

Janine, nu slechts een vage schim in het kaarslicht, wijst naar het witte vel papier op het bureau. ‘Daar ligt je antwoord, Tony. In de woorden die je schrijft, in de verhalen die je vertelt. Jij bent de meester van je eigen lot, de schepper van je eigen wereld.’

Met die woorden vervaagt ze, verdwijnt ze in de schaduwen totdat er niets meer van haar overblijft.

‘Nee!!!’ gilt Tony, grist het lege, witte vel papier van zijn schrijverstafel, frommelt het tot een basketbal en mikt het projectiel naar de ring van zijn prullenmand. Het verfrommelde propje landt naast de prullenbak tussen negenenzestig andere verfrommelde nachten schrijven.

23:23

Tijd om te slapen. Morgen een nieuwe lange schrijversdag.

 

 

 

Lid sinds

4 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker

Dag Tony,

Bedankt voor je verhaal. Het is een ontzettend geestig en vlot geschreven verhaal. Met name de vraagstelling aan het begin van het verhaal (‘Hoe beëindigt een schrijver de relatie met zijn pen?’) zorgt ervoor dat ik oplettend en geboeid ben. Ik heb dan ook geen commentaar voor je. Goed gedaan!

 

Lid sinds

3 jaar 3 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

@Taco: dankjewel, erg mooi compliment, jammer genoeg schudt ik het uit mijn mouw. Ik zou er misschien beter langer op werken, alhoewel. Ik schrijf graag erg snel, wat de onnozelheid verklaart ;)

@Anna: dankjewel!