Lid sinds

6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

#478 - Heksensoep

 

Heksensoep

Daar stond ze dan. Gebogen hoofd. Haar blonde vlecht nog vol plukken als gevolg van het gevecht dat ze was aangegaan. Gevochten als een jonge beer had ze, klauwend om zich heen. ‘Ik heb een pleister,’ zei ze zacht. Haar ogen volgden het topje van haar wijsvinger. Treurige ogen achter de lichtroze bril. Door haar ogen heeft de hele wereld blijkbaar een kleur die wij, omstanders, niet zien, of kunnen zien. De roze bril heeft dat nooit kunnen veranderen.

Een vage glimlach. ‘Ik ga het proberen,’ stamelde ze. Haar woonbegeleidster gaf haar nog een laatste knuffel. ‘Tijd om je schort om te doen. De keukengroep heeft je nodig.’

‘Jij blijft lekker bij mij,’ haakte ik daar op in. ‘We gaan soep maken. Heel veel soep.’ ‘Heksensoep?’ Er brak een glimlachje door, een herinnering aan ook goede momenten op sommige dagen, al zijn het maar incidenten, alles wat is, is er.

Op de kookplaat borrelde het begin van soep in de pannen. ‘Wil jij roeren?’ ‘Mag dat echt.?’ Een knik was genoeg. De keuken veranderde met haar mee; rode geurende soep, restjes gesneden tomaat, lege bakjes, een volle pan. Haar ogen veranderden naar een grote brede lach. ‘Ik ben hier echt heel goed in! Mag het heksensoeplied aan?’ We zongen en lachten samen, al was het een van de drukste dagen van de afgelopen tijd, met heksensoep kan je toveren.

Zonder te beseffen dat ze het deed, begon ze een klein beetje te genieten. ‘Mijn vinger doet ook nog maar een beetje pijn.’ Daar was hij weer. De wijsvinger met het witte lapje, het bewijs van slechte momenten.

‘Ik kan echt wel hele lekkere soep maken, he?’ ‘Klopt!’ Trots omhelsden we haar.

‘Psst, kijk eens wat ik nog vond in de koelkast.’ Mijn collega hield een dienblad omhoog.

‘Taartjes! Lekker!’ ‘Jullie hebben het verdiend! Er wordt hier ontzettend hard gewerkt!’

Ze klapte in haar handen. Ze knuffelde haar medeclient. ‘Ik vind het leuk hier! Mogen we al pauze houden?’

Daar zaten we dan. Middenin het restaurant, op de drukste dag van de maand, op een hele andere plek dan normaal, met z’n vieren, aan de ronde tafel naast het raam. Voldaan keken we elkaar aan. Koffie, taart, de soep was klaar, de storm buiten buitelde daar, niet binnen.

Achter haar roze bril stonden nu andere ogen. De witte pleister was allang kwijt en niet meer nodig. Het slechte begin van de dag hadden we bedwongen. Dit was een sprankje hoop, een blaadje geluk in de storm van het leven van dit meisje.

Heksensoep, ik kan het iedereen aanraden.

Lid sinds

7 jaar 7 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Ludwina, welkom op dit forum. Jouw verhaal gaat over een opdracht die reeds meer dan een week oud is en mogelijk niet veel reactie meer zal krijgen. Je hebt het maximum aantal woorden overschreden, wat op zich niet zo erg is, maar je tekst kan wel wat strakker als je overbodige woorden schrapt. Waarschijnlijk had je wel een bepaalde situatie in gedachten bij het schrijven, maar voor mij blijft het een raadsel waarover dit gaat.

Lid sinds

6 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker

Hoi Ludwina, welkom :). Je verhaal is een mooie invulling van de opdracht. Een meisje dat het erg zwaar heeft, en met zichzelf in de knoop zit, en met de wereld in de knoop zit (ondanks haar roze bril) wordt liefde getoond door haar begeleiders en weet toch alles daardoor iets rooskleuriger in te zien. Het gegeven is mooi, en ik heb ook het idee dat je het zelf voor je zag allemaal als ik het verhaal zo lees. 
Wat ik vooral zou aanpassen (en in nieuwe verhalen zou blijven doen), is duidelijk verdelen wíe op welk moment aan het woord is. Een richtlijn in verhalen is: zodra de camera wisselt, en zeker zodra een ander persoon aan het woord is, gebruik je een "enter". Je gebruikt pas een witregel als er tijd verstreken is (al gebruiken we hier soms online ook wel een extra witregel tussen losse alinea's).

Je tekst wordt dan zoiets (er zijn andere keuzes mogelijk qua witregels enzo, maar dit is in ieder geval een stap vooruit wat mij betreft):

Een vage glimlach. ‘Ik ga het proberen,’ stamelde ze.
Haar woonbegeleidster gaf haar nog een laatste knuffel. ‘Tijd om je schort om te doen. De keukengroep heeft je nodig.’
‘Jij blijft lekker bij mij,’ haakte ik daar op in. ‘We gaan soep maken. Heel veel soep.’
‘Heksensoep?’ Er brak een glimlachje door, een herinnering aan ook goede momenten op sommige dagen, al zijn het maar incidenten, alles wat is, is er.

Op de kookplaat borrelde het begin van soep in de pannen.
‘Wil jij roeren?’
‘Mag dat echt.?’
Een knik was genoeg.

De keuken veranderde met haar mee; rode geurende soep, restjes gesneden tomaat, lege bakjes, een volle pan.
Haar ogen veranderden naar een grote brede lach. ‘Ik ben hier echt heel goed in! Mag het heksensoeplied aan?’

We zongen en lachten samen, al was het een van de drukste dagen van de afgelopen tijd. Met heksensoep kan je toveren.

 

Lid sinds

6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Bedankt voor jullie reacties ondanks mijn late schrijven op de weekopdracht! Sinds korte tijd heb ik het schrijven weer op durven pakken. Na de kinderboeken die ik eerder schreef, merk ik nu dat ook mijn werk in de gehandicaptenzorg, precies een gebeurtenis die ik inderdaad zo voor me zag gebeuren : ), zo vol verhalen zit, dat ik graag wil proberen ze op te schrijven en zo anderen kan laten zien en meebeleven wat het werken met deze doelgroep doet, met mij, met omstanders, met henzelf. 

Bedankt voor de tips! Die zal ik zeker meenemen! 

Lid sinds

5 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker

Hoi Ludwina, welkom op het forum. 
Als je het nummer voor je titel verandert in 480 kan het zo meedoen met de opdracht van deze week. Moet je nog wel wat woorden schrappen. Het zijn er nu 127 te veel, maar als je de zinnen wat strakker schrijft, kun je al veel woorden schrappen. De uitdaging is om niet meer dan 300 woorden te gebruiken. 
Karel heeft je ook al wat tips gegeven over de gesproken zinnen en witregels. Het is nu inderdaad niet duidelijk wie wat zegt en dat stroopt het verhaal.  
Kijk eens of je een nieuwe versie kunt maken en plaats die dan boven deze versie. We hebben nog een week om er iets van te vinden. Ik ben benieuwd naar het resultaat.

haakte ik daar op in ---> daarop in

Op de kookplaat borrelde het begin van soep in de pannen. ---> ik zou "het begin van" weglaten. En er staat toch maar één pan op de kookplaat?

‘Mag dat echt.?’  ---> de punt achter echt mag weg.

Ik kan echt wel hele lekkere soep maken, he?’  ---> he moet hè zijn