Taaltip: Niet of geen

Niet of geenDe Nederlandse taal zit vol met lastige constructies. De keuze tussen niet en geen is een voorbeeld daarvan. Kun je ergens niet genoeg van krijgen of krijg je er toch geen genoeg van? De zin meerdere malen hardop tegen jezelf zeggen biedt geen oplossing, de uitleg hieronder wel.  

Geen

Geen wordt gebruikt om zelfstandige naamwoorden zonder lidwoord ervoor te ontkennen.
Zelfstandige naamwoorden zijn woorden waar je een lidwoord (de/het/een) voor zou kunnen zetten. Bijvoorbeeld: kast, fiets of hond.
Voorbeelden:

  • Ik heb nog steeds geen appartement gevonden in Utrecht. 
  • Peter heeft geen tijd om te koken. 
  • Loes drinkt wel thee, maar geen koffie.

Niet

Niet wordt gebruikt om het gezegde van een zin te ontkennen.
Het gezegde (werkwoordelijk of naamwoordelijk) van een zin geeft aan wie het onderwerp is of wat het onderwerp doet:
Werkwoordelijk gezegde: alle werkwoorden die in de (hoofd)zin staan.
Bijvoorbeeld: Jan had naar buiten kunnen kijken.
Naamwoordelijk gezegde: één of meer werkwoorden en een naamwoord.
Bijvoorbeeld: Jan wil vrachtwagenchauffeur worden.
Voorbeelden:

  • Wij zingen niet graag smartlappen. 
  • De juf kan niet goed overzicht houden. 
  • Henk rijdt niet graag op de motor als het regent.

Er zijn gevallen waar zowel geen als niet mogelijk zijn, maar als je de bovenstaande regels aanhoudt zit je nooit fout.

Bron: Taal Unie.

Dossier