Afbeelding

schrijven van een antagonist

Foto: Pixabay

3 don’ts: het schrijven over een antagonist

De laatste jaren is het populair geworden in films en boeken om de slechterik een achtergrondverhaal te geven.  Zo begrijp je de antagonist beter en lijkt het alsof er aandacht is besteed aan de uitwerking van het personage. Maar schijn kan bedriegen. Wat moet je niet doen als je over een antagonist schrijft?


1. Tragisch achtergrondverhaal wordt gebruikt als excuus

De achtergrond van een antagonist moet zijn slechte daden verklaren. Dat is logisch: je wordt niet van de een of andere dag wakker als crimineel. Daar zit altijd een geschiedenis achter. Als je die geschiedenis blootgeeft ligt er een valkuil op de loer: je kan de daden van de slechterik goedpraten. Het achtergrondverhaal van de slechterik is nooit prettig. Hij is opgegroeid met geweld, pesterijen of trauma. Zo kan het tragisch achtergrondverhaal ontstaan. Er is sprake van een tragisch achtergrondverhaal op het moment dat iets vreselijks in het verleden van je antagonist een excuus wordt voor zijn slechte gedrag, in plaats van een verklaring. 

Een voorbeeld: een man is in zijn jeugd door zijn vader als jongetje dagelijks zwaar mishandeld. Dat is natuurlijk vreselijk. Nu slaat de man zijn zoon op dezelfde manier. Misschien omdat hij nooit een goed voorbeeld van zijn vader heeft gekregen. Dan is het misschien te begrijpen, tot op zekere hoogte. Het tragisch achtergrondverhaal heeft dan als standpunt: Wat erg dat je mishandeld bent. Je kon niet beter of anders handelen: daar heb je nooit een voorbeeld van gehad. Wie ben ik dan om te zeggen dat je slecht bent?

Als je wat langer nadenkt, is dat bizar. Geeft zijn verleden die man het recht om zijn zoon ook hardhandig en dagelijks te slaan? Nee. (Het spijt me van je verleden, maar hou in hemelsnaam je handen thuis!) Als je het tragische achtergrondverhaal wil voorkomen, moet je je lezer niet laten vergeten wat de slechterik gedaan heeft. Dat kun je doen door het standpunt in deze tip te laten uitspreken door een personage: je bent misschien niet door en door slecht, maar je hebt wel degelijk slechte dingen gedaan. 

2. Tienpuntschaal slaat op hol 

Als je een slechterik goed wil uitwerken, kun je twee tienpuntschalen gebruiken. Eentje voor het trauma en eentje voor de misdaad. 

De schaal van het trauma zou dan kunnen zijn: 1 gepest zijn 10 langdurig gemarteld in een concentratiekamp. Die van de misdaad: 1 iemand een klap in het gezicht geven, 10 een genocide in gang zetten. Een slecht uitgewerkte antagonist heeft een trauma van 1 en een misdaad van 8 of 9. “Ik ben vroeger twee maanden gepest op school, daarom sla ik nu voorbijgangers in elkaar.” Dan hoef je geen sympathie van de lezer te verwachten. Er zijn mensen die langer zijn gepest en nu als verpleegkundige pijn wegnemen in plaats van het te bezorgen.  


Meer tipartikelen zoals deze? Lees dan onze nieuwsbrief en ontvang elke dinsdag de nieuwste schrijftips in je mailbox!

Meld je aan


3. De antagonist wordt Oost-Indisch doof slachtoffer

Misschien wel de slechtst geschreven slechterik, is degene die door het tragisch achtergrondverhaal als slachtoffer wordt neergezet. De mishandelende vader is niet alleen geen dader meer, hij is ook nog eens zielig. Zodra dit personage tot de orde wordt geroepen door een systeem of andere personages, valt hij in een slachtofferrol, of ontkent of bagatelliseert hij zijn daden. 

In dat geval kun je beter over een gruwelijke sociopaat schrijven die echt door en door slecht is en geen verklaringen voor zijn daden of een achtergrondgeschiedenis geven. Dan is de verklaring: hij is gewoon compleet gestoord bevredigender dan storend gedrag goedkeuren met argumenten die aan alle kanten piepen en kraken. 

Over de auteur 

Nadine van de Sande is freelance copywriter en schrijfster. Op verhaalentaal.blog post ze wekelijks een uitgebreide tip voor creatief schrijven
 

Techniek