Afbeelding

verhalende non-fictie te schrijven

Foto: Pexels

4 redenen om verhalende non-fictie te schrijven

Als overtuigd prozalezer en -schrijver besloot ik mijn laatste manuscript ‘om te boeken’ naar verhalende non-fictie. Strafkind, een op ware gebeurtenissen gebaseerd verhaal over gruwelijke uitbuiting en kinderdwangarbeid in Nederlandse kloosters, is net twee weken uit en over media-aandacht in landelijke pers, dagbladen, magazines, tv en radio heb ik niet te klagen. Wat wil een debutant nog meer? Hieronder 4 andere goede redenen om je als prozaschrijver aan verhalende non-fictie te wagen.


1. Non-fictie opent deuren

Vind als debutant maar eens een gevestigde uitgever. Literaire uitgevers kunnen amper het hoofd boven water houden. Met hun kostbare aandacht en noodlijdende middelen kunnen ze net hun eigen fondsschrijvers bedienen. Ook mijn ervaring was dat ze het zoveelste psychologische drama niet eens voor een ruwe leesscan aannamen.

Min of meer toevallig legde ik mijn manuscript aan journaliste Maria Genova voor. Ze las voor het eerst over de nog zo kort geleden gruwelijke praktijken in nonnenkloosters. Ze onderwierp me aan een kruisverhoor wat waar en wat niet waar was in het manuscript. ‘Vrijwel alles is waar, behalve de verhaallijn,’ zei ik. ‘Waarom noem je het dan fictie? Noem het wat het is: non-fictie. Iedereen moet dit lezen!’ Ze interviewde slachtoffers en voegde het als journalistiek deel aan het boek toe. Opeens was mijn psychologische drama verhalende non-fictie. Maria’s non-fictie uitgever stond op de stoep en daarmee ging de schrijverswereld voor mij letterlijk open. 

2. Non-fictie uitgevers zoeken goed geschreven verhalen

En juist daar zijn prozaschrijvers goed in! Als prozaschrijver had ik nooit aan een non-fictie uitgever gedacht terwijl je voor verhalende non-fictie juist eerst en vooral goed moet kunnen schrijven - verhálend schrijven wel te verstaan. Iets wat de geoefende prozaschrijver op het lijf is geschreven. Maar prozaschrijvers benaderen geen non-fictie uitgevers. En dat terwijl je kansen zoveel groter zijn: in plaats onderop de grote stapel prozaschrijvers bevond ik me opeens in de veel kleinere vijver van non-fictie schrijvers. 

3. Non-fictie is hot

Met alle nieuws-overkill zou je verwachten dat lezers zich terugtrekken in een verhaal ver van de werkelijkheid. Maar niets is minder waar. Kijk naar huidige top 10 Libris en je ziet Het zoutpad, Zwartboek, De meeste mensen deugen, Hart voor je brein. Verder staan er 2 prentenboeken, 1 kookboek en o ja, Riley, Rijneveld en Galbraith vertegenwoordigen het proza in de top 10. Lezers zijn gek op waargebeurde verhalen!

4. Nieuwswaarde verkoopt 

Ik merk met Strafkind dat het voor de schrijvende pers, maar ook voor radio en tv, uitermate interessant is dat er niet alleen een schrijver, maar ook een lotgenoot zijn verhaal doet. Het mooie is dat ook de lotgenoten er bij gebaat zijn. Het belang van de slachtoffers, verenigd in stichting Kinderdwangarbeid Meisjes de Goede Herder, is onder anderen zoveel mogelijk slachtoffers te bereiken, zodat ze weten dat ze niet alleen staan. Ons belang als schrijvers is een zo groot mogelijk lezerspubliek: 1 + 1 = 3 in dit geval.

Het kwam mooi samen in augustus toen Minister Dekker van Rechtsbescherming de slachtoffers officiële excuses namens de Nederlandse Staat aanbood en een schadevergoeding toezegde. De stichting overhandigde hem daarop de in allerijl gedrukte vooruitdruk van Strafkind. Hoeveel nieuwswaarde kun je krijgen als debutant vooraf aan de eerste druk? 

Nu geven we elke dag interviews. Zo lang het duurt, stort ik mij erop. Na deze storm pik ik weer de draad van het schrijven op: natuurlijk weer verhalende non-fictie. 

Over de auteur

Wieke Hart (1971) studeerde taal- en literatuurwetenschap in Tilburg. Ze is schrijver en (pleeg)moeder. Op 19 oktober debuteerde ze met Strafkind - Gevangen bij de nonnen bij Just Publishers. Een aangrijpend verhaal over de opvanghuizen van De Zusters van de Goede Herder. Onder streng toezicht van de nonnen verrichtten duizenden meisjes dwangarbeid. Journalist Maria Genova vulde het boek aan met interviews met slachtoffers.

Uitgeven

Techniek