Over stijl: niet waarover, maar hoe

Stijl is een ongrijpbaar begrip. Alle onderdelen van het schrijfproces vallen erbinnen. Daardoor is het eigenlijk volstrekt niet concreet. Maar niet minder belangrijk. Manuscriptbeoordelaar en schrijfcoach Gerard Klappers gaat in op het begrip stijl. Stijl is het hart van de schrijver. Hij balanceert hiermee op een koord met aan de ene kant de drang om iets te vertellen en anderzijds de vraag hoe je dit moet doen. Waarom kan de ene schrijver oeverloos tot in het kleinste detail uitwijden over iets kleins terwijl het toch blijft boeien terwijl een andere schrijver dat juist niet moet doen? Ooit vertelde een schrijver me dat het niet uitmaakt waar je over schrijft, maar hoe je erover schrijft. Daar moest ik even over nadenken, maar hij sloeg daarmee de spijker op z’n kop. Al schrijf je over een goudvis die rondzwemt in een kom: als het geheel goed geschreven zal het gelezen worden. En dat heeft niet alleen te maken met schoonheid van taal en het ritme van de zinnen, maar ook met spanning, humor, conflict, en over de manier waarop dingen tot leven gewekt worden. Al is een verhaal nog zo uniek, het moet door woorden tot leven komen. Als het daar fout gaat - doordat het verhaal bijvoorbeeld overspoeld wordt door een grote hoeveelheid bijvoeglijke naamwoorden - ontstaat er geen dynamiek tussen de woorden en de lezer en zal de lezer het boek snel wegleggen. Inhoud eerst Wanneer aspirant schrijvers voor het eerst een boek schrijven gaat vooraf vaak de meeste aandacht uit naar de inhoud van het verhaal, terwijl de stijl dan meestal pas tijdens het schrijven ontstaat. Die kan luchtig, humoristisch, gejaagd of juist onopvallend zijn. Stijl betekent ook ritme. Wissel bijvoorbeeld korte en lange zinnen met elkaar af. Als je iets wilt benadrukken, dan kun je daar het beste met korte koortsachtige zinnen op inzoomen, zoals je ook op bepaalde gebeurtenissen meer of minder in moet zoomen. Een deur die dichtklapt stelt over het algemeen minder voor en behoeft daarom ook minder aandacht dan oma die wordt aangereden. Met ritme kun je spelen, je kunt het abrupt onderbreken zodat de lezer ineens weer wat meer bij de les is of juist monotoon laten voortduren zodat hij op het ritme heen en weer gewiegd wordt en op het einde ineens ontwaakt. Zinsbouw Met zinsbouw kun je veel doen. Stel een vrouw loopt in een donkere straat terwijl ze wat angstig is. Dan zou je kunnen schrijven: Het was donker en ze dacht dat ze wat hoorde. Toen ze zich omdraaide zag ze nog net een schim een portiek in vluchten. Je zou ook kunnen schrijven: Het was donker. Ze hoorde voetstappen. Ze draaide zich om, een schim, hij dook weg in een portiek. Het één is niet goed en het andere is niet verkeerd, maar het geeft weer hoe relatief kleine dingen een passage verschillend weer kan geven. Voor het schrijven van deze artikelen heb ik getwijfeld of ik de lezer aan zou spreken met het informele je, of het formelere u. Ik heb uiteindelijk voor het eerste gekozen. Door dat ene woordje te veranderen verander je de hele toon van het artikel en bezorg ik een ander gevoel bij de lezer. Ogenschijnlijk onbeduidende zaken kunnen een verhaal kleuren zoals bijvoorbeeld het gebruik van verkleinwoorden. Een jasje, een boompje, een autootje. Het is alleen maar het woord je erachter maar als dit te vaak gebeurt verandert krijgt de hele tekst in iets kinderlijks waardoor het door niemand nog serieus genomen wordt, hoe goed het inhoudelijk ook kan zijn. Eigen, natuurlijke stijl Je schrijfstijl en toon heb je vaak van nature, en hoeveel schrijfoefeningen je ook hebt gedaan, vaak is het het best om hier zo dicht mogelijk bij in de buurt te blijven. Doe je dat niet en ga je tegen je natuur inschrijven dan heb je kans dat het gekunsteld wordt. Belangrijk is om je bewust te worden van je eigen stijl, en deze te perfectioneren. Voor een beginnend schrijver is daar is maar één manier voor: feedback vragen van iemand die er verstand van heeft, kritisch kijken naar het commentaar, daar wat mee doen en dan weer feedback vragen. Hierdoor leer je gaandeweg om zelf objectiever naar je eigen werk te kijken zodat andermans mening langzaamaan steeds minder noodzakelijk wordt. In de literatuur worden veel stijlen geaccepteerd, maar iedereen het naar de zin maken is zo goed als onmogelijk. Ilja Leonard Pfeijffer heeft uit naam van zijn hoofdpersoon Het grote baggerboek vol gefulmineerd. Vuilbekkerij, vonden sommigen, terwijl anderen het weer briljant vonden en het boek nomineerden voor grote literaire prijzen. Stijl is dus moeilijk te vangen, maar het is juist de persoonlijke mix van alle losse onderdelen van het schrijfproces wat een schrijver uiteindelijk uniek maakt, in positieve of negatieve zin. Volg bij het vinden van je ideale stijl je hart. Luister tegelijkertijd ook naar advies, en balanceer zo bewust mogelijk tussen passie, kwaliteit, creativiteit en plezier. Alleen dan blijft je schrijversdroom overeind.

Techniek