Slapen #70

Goed dat je gewoon hebt opgeschreven wat er gebeurde. De meeste ochtenden zijn niet zo spannend. Bij elk verhaal is het belangrijk dat elk woord op de juiste plek staat, dat de lezer niet struikelt over losliggende woorden, over dingen die hij niet direct begrijpt. Begrijp je mij? Hoe eenvoudiger de tekst, hoe meer het opvalt als de tekst niet helemaal soepel loopt. Je begint in verleden tijd en gaat in tegenwoordige tijd verder. Kies voor één tijd. De tegenwoordige laat je verhaal het meest leven. Vragen die de lezer kan stellen bij je tekst: ‘Het was de planning’, wat was de planning? En wie bel je terug? Heeft er iemand gebeld? En ‘Nu zit ik hier dan’, waar zit je? Wat zijn het voor gasten? Je laatste zin past niet bij de sfeer die je hebt geschept. De sfeer: vlak, alles gebeurt en gaat voorbij, je bent er maar echt wakker ben je niet. Wat zou wel passen? Ik bedenk maar wat: na de voorgaande zin (waar bij je gedachte trouwens geen aanhalingstekens horen te staan) kun je opschrijven dat het morgen waarschijnlijk weer precies hetzelfde zal gaan. Jouw ochtendritueel. Bedankt!