wekelijkse schrijfopdracht nr. 83

Vraag aan mijn jongere ik. "Lieve Ellen van 30 jaar geleden, mag ik je een vraag stellen?" "Jawel, maar maak het niet te moeilijk. Je weet hoe onzeker ik ben." "Als je nu zou weten wat je over 30 jaar weet, de ervaring hebt die je in de komende 30 jaar opdoet, zou je dan je leven anders indelen? Zou je dingen anders doen?" "Poeh, je zou het niet zo moeilijk maken," verzucht de 24 jarige Ellen, met kloppend hart. "Als ik nu al zou weten wat jij nu weet dan zou ik me niet zo druk maken over alles. Dan zou ik me realiseren dat mijn faalangst het enige is wat in de weg staat mijn dromen te verwezenlijken." "Wat een dure woorden voor zo'n jong grietje," merk ik droog op. "Stil nou even, jij wilt een antwoord van je jongere ik met jouw ervaring dus als ik dan jouw woorden gebruik moet je niet zeuren!" "Sorry, ga verder…." "Zoals je weet heb ik net alles achter me gelaten. Mijn huwelijk, mijn familie, mijn vrienden, mijn baan. Om te gaan reizen. Mijn droom achterna." "Een vlucht." Ze kijkt me boos aan. "Sorriiiieeeee, wat hield die droom ook alweer in?" "Ja, weet ik veel, ik heb een innerlijk verlangen. Een onrust. Ik wil alles van de wereld zien. Alles zelf ervaren. Mijn eigen fouten maken, want daar leer ik het meeste van!" Ik probeer me in te houden maar lach hardop. "Jij??? Fouten maken?" Mijn jongere ik bloost. "Waarom zeg je dat? Je weet hoeveel moeite het kost om te vertrouwen in mezelf. Pas op jouw leeftijd begin ik het een beetje te snappen." "Ellen, wat hadden we afgesproken? Je hebt nu al mijn ervaringen, noem het maar even wijsheid, tot je beschikking, weet je nog?" "Oh ja!" Enthousiast springt de jonge Ellen op. "Betekent dit dat ik nu al mijn eerste boekje heb uitgegeven? Dat ik nu al iedere dag verhalen schrijf? Dat nu mijn dromen al werkelijkheid worden?" Ineens verandert ze van heel enthousiast naar wat bedrukt. Met een klein stemmetje zegt ze: "Al die jaren van dromen dat ik ooit mijn fantasieën en ervaringen zal opschrijven. Al die mensen die mij iedere keer zullen aanmoedigen. Die mij zullen steunen en toejuichen als ik wat op papier zet. Die mij zelfvertrouwen zullen geven. Dat wil ik echt voor geen goud missen!" Mijn oudere ik omhelst haar en glimlacht. Ze is diep gelukkig. Het is wat het is ( geweest). Het is goed.

Lid sinds

18 jaar 9 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Beste Ellen, Je schrijft een dialoog met een jongere ik, als zelfonderzoek. Er zitten stukjes in die mij doen glimlachen, zoals de reactie van de oudere ik: 'Jij? Fouten maken?' na de opmerking over faalangst. Het blijft lastig om zo'n dialoog geloofwaardig te maken. Niet in de zin van 'kan dit eigenlijk wel?' maar ik doel meer op interne logica. Een voorbeeld: "Een vlucht." Ze kijkt me boos aan. "Sorriiiieeeee, wat hield die droom ook alweer in?" -> wie kijkt wie hier boos aan? Het lijkt mij logisch als de 'ik' (oudere ik) de jongere ik boos aankijkt, omdat deze haar alweer onderbreekt met commentaar. Als lezer ben ik dus even de draad kwijt. "Jij??? Fouten maken?" -> één vraagteken is genoeg. In het laatste stuk worden nogal wat emoties benoemd: enthousiast, bedrukt, diep gelukkig. Dat maakt het minder boeiend om te lezen. Probeer deze te beschrijven zonder ze te benoemen. Als lezer zie ik het dan meer voor me en kan zelf de emoties interpreteren. Ook de laatste twee korte regels zou ik weglaten. De omhelzing geeft al aan dat het 'goed' is. Succes!
29 februari 2016 - 14:56