Lid sinds

3 jaar 4 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

#372 Hallo, is daar iemand?

 

Ik kan er nog steeds met mijn verstand niet bij. 
Waarom moest ik er zelf achterkomen? 
Mijn ouders, mijn vrienden en zelfs Karel, die geen leugens kan verdragen, hebben me nooit de waarheid verteld. 
Maar laat ik beginnen bij het begin, dan kan ik het voor mezelf ook even op een rijtje zetten. 
Ik ben Jiska, eenentwintig jaar, tandartsassistente. Ik ben vrij klein, heb kastanjebruin haar en ben smoorverliefd op Karel. Hij is superknap en heeft lachende ogen, groen met bruine spikkeltjes. 
Hij is druk met zijn laatste studieopdrachten. Zijn beste vriend is zijn laptop. 
Ik probeer zijn aandacht te krijgen door hem van koffie en broodjes te voorzien. 
Maar: 'Dank je, schat’, daar moet ik het mee doen. 
Mijn beste vriendinnen zijn Jaël en Iris. We gaan vaak samen de stad in. 
Woensdagavond zaten we aan de gracht bij 'Lorenzo' toen Iris opeens zei: ‘Gister zag ik in de etalage van de boekwinkel een boek met jullie namen voorop. Toevallig, hè?’ 
‘Bedoel je Jaël en Jiska?’ vroeg ik verbaasd. ‘Nee, Karel en Jiska’, zei Iris, ‘De avonturen van Karel en Jiska, of zoiets’. 
We moesten er alledrie om lachen, wat toevallig. 
Maar inmiddels lach ik er niet meer om. Toeval bestaat niet, toch? 
De volgende dag kon ik niet goed focussen op mijn werk. Ik gaf zelfs iemand het advies om één keer per week te poetsen. Week? Zei ik week? 
Ik schaamde me dood. 
In de middagpauze moest ik er het mijne van weten. 
Na zes minuten stond ik voor de etalage.
Daar lag het boek. 'Het leven van Karel en Jiska’. 
Terwijl ik de deurknop pakte, zag ik het briefje op de winkeldeur. Open van 10 tot 16 uur. Gesloten tussen 12 en 13 uur. Teleurgesteld liep ik terug. 
Ik haat wachten, en nu zou ik twee dagen moeten wachten. 
Vrijdagavond verrasten de meiden me, als afleiding, met een filmavondje. 
Zaterdagochtend werd ik wakker met een vreemd gevoel. Het duurde even voordat ik besefte welke dag het was. Snel douchte ik en at muesli met vruchten en kwark. Ik had een stevige bodem nodig voor wat ik straks zou gaan doen. 
Onderweg naar de boekwinkel begon het te regenen, ik kroop weg in mijn capuchon. 
Ik opende de winkeldeur en stapte naar binnen. 
Thuis bekeek ik het boek met trillende handen. Op de eerste bladzijde stond een berichtje, een  geboortekaartje met mijn naam en geboortedatum: 5 augustus 2000. Dat klopte. 
Ik las verder. Mijn babytijd, kleutertijd, de basisschool. Ik las dat ik bang was op de eerste schooldag, dat ik van juf een sticker kreeg met een hondje erop. Precies zoals het geweest was. 
Maar wie kon dat weten? 
Ik kreeg een vreemde gedachte: stel dat de schrijver niet opschreef wat ik heb beleefd, maar dat de schrijver mijn leven heeft verzonnen. 
Dat ik niet echt leef, maar een personage ben in dit boek. 
Ik zag achterin veel lege bladzijden. 
Aarzelend zocht ik de laatste bedrukte bladzijde op. 
Daar stond dit verhaal.

 

Lid sinds

7 jaar 7 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Maria, ik hoop dat je niet besloten hebt om maar één stukje per jaar te publiceren op dit platform, want dit is kwaliteit! Ik ben fan.

Lid sinds

5 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker

Hoi Maria, goed gevonden invulling van de opdracht. De introductie had voor mij niet gehoeven. Het is voor het verhaal niet van belang en leest dan meer als een cv dan als een vertelling. Verder met plezier gelezen. Bizar om zo achter de oorsprong van je leven te komen. 
Een paar zeurtjes:

Ik vermoed dat je met enter een nieuwe regel bent begonnen of is het met opzet dat je tussen iedere zin een witregel hebt gezet? Met shift+enter kom je op een volgende regel zonder witregel ertussen.

21 jaar --->  getallen schrijf je voluit: eenentwintig jaar.

Toevallig, hè?’. --> de punt mag weg.

‘Nee, Karel en Jiska’, zei Iris, ‘De avonturen van Karel en Jiska, of zoiets’. ---> de komma achter Iris moet een punt zijn of je moet "De" met kleine letter schrijven.

Ik mis tot slot nog een originele titel. Je hebt nu de titel van de opdracht gebruikt.

Lid sinds

5 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker

Hoi Maria, het is handiger om je titel in de titelregel te zetten, daar waar je nu de titel van de opdracht hebt staan.

Het was voor mij niet echt duidelijk dat de eerste zin jouw titel was. Ik kan er het verhaal niet echt aan koppelen.

Lid sinds

3 jaar 4 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Als antwoord op door Fief

Ha Fief,

 Ik zie nu inderdaad dat ik de titel in de titelregel had moeten zetten.
En dat ik de titel uit moet leggen, betekent, denk ik, dat hij niet zo goed is...
Ik wil dat wel doen, hoor: Jiska beseft dat iemand heeft bedacht wat zij allemaal meemaakt en roept vertwijfeld: hallo, is daar iemand. Om contact met de schrijver te krijgen.
Een beetje zoals Pinkeltje eens contact had met Dick Laan in een van zijn boeken.

Lid sinds

3 jaar 11 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Hoi Maria,

Sorry voor de late reactie: je verhaal was ondergesneeuwd tussen de anderen...

Ik heb wat moeite om in je verhaal te komen door de opsommingen van persoonlijke kenmerken in je introductie. Dat soort informatie leest altijd droog en voorkomt dat je verhaal beeldend wordt. Je kan beter schrijven over wat er belangrijk is voor je personage en wat zijn drijfveren zijn, of dat er iets verandert in zijn leven. 
Nu is dat voor deze opdracht natuurlijk wel wat lastiger, en zeker gezien de manier waarop je gekozen hebt om hem in te vullen. 
Als het je bedoeling was om met de introductie te laten zien dat je personage een redelijk gemiddeld leven leidt, dan zou je je personage daarop kunnen laten reflecteren. Dan is het des te verbazender dat er een boek over haar leven wordt geschreven. 

Je schrijft heel leuk vanaf het moment dat er duidelijk is dat er een boek is het de naam van je personage. Het wachten op de verklaring is lastig voor je personage en als lezer gaat het ook wel kriebelen...

De laatste twee zinnen vormen een fantastisch gevonden en goed geschreven afsluiter!

Groet,

Nadine