Lid sinds

3 jaar 4 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

# 411 Ons kent ons Herschrijf: Sommige dagen

 

‘Geef het zout eens.’
‘Alsjeblieft, schat.’
Het porseleinen zoutvaatje is het enige dat nog over is van hun diner-servies dat ze op hun trouwdag, alweer 11 jaar geleden, cadeau kregen.
‘Warm, hè? Zou het buiten al afkoelen?’ Het waterglas trilt in Marja's hand.
Wim staat op loopt onvast richting het gesloten raam, zoekt het koord dat zich tussen de plooien van het dichte gordijn heeft verstopt. Hij sjort en trekt.
Krrrak, daar heb je het al. Ruw opent Wim het raam.
‘Hindert niks, ik maak het wel.’ Marja ziet aan Wims gezicht dat dat hem niet kalmeert. Op sommige dagen is er niets dat hem kan kalmeren. Op sommige dagen houdt ze de ramen liever dicht. Ze voelt een vlaag nauwelijks koelere lucht langs haar gezicht.
‘Haal nog eens een pilsje voor me.’
Ze staat op en denkt: dit is een sommige dag.

Marja heeft haar bord bijna leeg, maar Wim prakt er wat in rond.
Waarom was ze zo stom om dit recept uit te kiezen. Hij wil elke dag aardappels, groente en vlees. Maar ja, die warmte. Een salade is lekker fris. Ze is er klaar mee, dat ze het nooit goed kan doen. Maar wat dan?
‘Waar is mijn vlees?’ Wim laat zijn vraag ongegeneerd vergezeld gaan van een luide boer.
Marja zwijgt. Weer die discussie met alleen maar verliezers.
‘Nou, waarom zeg je niks?’
‘Ik dacht… met die warmte is dit…’
‘Je moet niet dachten, laat dat aan mij over. Waar blijft mijn bier?’ Wim wordt steeds roder.
Zweetdruppels parelen op zijn voorhoofd.

Opnieuw loopt Marja naar de koelkast. Misschien valt het deze keer mee. Misschien valt hij straks in slaap, meteen na het eten. Misschien…

Ze zet het bier naast zijn bord en loopt snel naar haar kant van de tafel.
Even lijkt het of hij verder eet, maar dan pakt hij zijn halfgevulde bord en gooit het met een zwaai door de kamer, rakelings langs Marja. De groene smurrie zakt langzaam langs het behang naar beneden.
‘Geef me iets fatsoenlijks te eten, stom wijf, dit moet ik niet.’
Aarzelend staat Marja op.
‘Wat sta je daar nou, schliet, schliet, schiet op, of moet ik helpen?’

Ruw staat Wim op, trekt daardoor aan het tafellaken en… pats! Met een klap valt het zoutvaatje als in slow motion, in duizend stukken. Wim loopt met grote passen naar haar toe.
Marja krimpt in elkaar, houdt haar arm afwerend voor haar gezicht, maar het is al te laat.

Als Wim de volgende morgen wakker wordt, is het doodstil in huis.
In de huiskamer, op de salontafel ligt een briefje.
“Je bier staat in de koelkast.”

 

 

 

 

Eerste versie:

‘Mag ik het zout?’
‘Alsjeblieft, schat.’
Het porseleinen zoutvaatje is zo fijn beschilderd, dat het lijkt of het gebruikte penseel slechts vijf haartjes bevatte. Door het fijne lichtblauwe bloemmotief is het erfstuk een van Marja’s lievelingsspulletjes.
‘Warm, hè? Zou het buiten al afkoelen? Zal ik de gordijnen opendoen en het raam openzetten?’ Wim wacht geen antwoord af en staat puffend op, zoekt het koord dat zich tussen de plooien heeft verstopt.
Hij sjort ongeduldig aan het gordijn.
‘Rustig nou maar. Waarom meteen zo kwaad?’
‘Doe het dan zelf.’ Hij heeft een rooie kop, kan niet goed tegen de warmte.
Krrrrak. Daar heb je het al, waarom dronk hij geen water in plaats van bier?
‘Hindert niks, ik naai het wel vast.’ Marja ziet aan Wims gezicht dat dat hem niet kalmeert. Ruw opent hij het raam. Ze voelt een vlaag nauwelijks koelere lucht langs haar gezicht.
Bokkig schuift Wim weer aan en ze eten in stilte verder.

‘Smaakt het je niet?’ Marja heeft haar bord bijna leeg, maar Wim prakt er wat in rond.
‘Hm, dit is zeker weer zo’n recept van internet?’
‘Ja, vegetarisch. Ik wil wat minder vl…’
‘O, wil jij dat. En ik dan? Heb je toevallig ook gevraagd wat ik wil? Altijd maar dat groenvoer met pijnboompitten. En een beetje zout? Is dat ook al ongezond?’
‘Jij zei laatst toch ook dat die arme dieren alleen leven om opgegeten te worden?’
‘Jij brengt het allemaal zo mooi, dan stink ik er weer in.’
‘En jij kletst je er lekker uit. Waarom sloof ik me eigenlijk elke dag uit om iets lekkers op tafel te zetten? Hè, meneertje “het is nooit goed”?’ Verontwaardigd staat Marja op. Zweet loopt van haar voorhoofd, haar ogen prikken.
‘Je denkt zeker dat ik het niet merk? Altijd een bord vol groen, zodat ik de lege plek niet zie. Ik hoop steeds dat onder die berg gras een dikke biefstuk ligt.’
‘Ja, maar…’
‘Ik ben er klaar mee. Als ik van jou geen fatsoenlijk eten krijg, zoek ik wel een ander.’
Ruw staat Wim op, trekt daardoor aan het tafellaken en… pats! Met een klap valt het zoutvaatje als in slow motion, in duizend stukken.
Voordat Marja kan reageren, beent Wim de kamer uit, de voordeur slaat dicht.
Een ander, echoot het. Een ander…

In de avondkoelte klinkt de sleutel in het slot. Gerommel in de gang. Voetstappen, de kamerdeur gaat open. Aarzelend staat ze op. Dan knijpen ze elkaar fijn.
‘Maar wat…?’ Marja wijst naar een grote kartonnen doos.
‘Als het warm is, kook ik voortaan, schat,’ zegt Wim met een brede grijns.
‘Op de nieuwe barbecue.’
Wim pakt zijn mobieltje.
‘En raad eens wat ik op Marktplaats zag?’

 

Lid sinds

4 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker

Dag Maria Fransisca, 

Ik heb een aantal tips voor je na het lezen van je tekst. 

In grote lijnen is het mij niet helemaal duidelijk wat er nu precies aan de hand is. We hebben hier te maken met een stel waarvan vooral de man snel ontvlamt. Maar het is voor de lezer een vrij onbenullige ruzie, die dan ook weer goed gemaakt wordt. Het is een anticlimax als hij (een beetje afgekoeld) in een compleet andere stemming terugkomt. Wat is er gebeurd, waardoor deze verandering mogelijk is? Alleen omdat het nu kouder is lijkt me niet echt een hele goede reden. 

Als het bier drinken van Wim een ‘grote’ rol speelt in het verhaal, dan kan je dit beter laten blijken. Laat Marja de dranklucht ruiken, laat hem praten met een dubbele tong, dan geef je op een spannende manier aan wat er aan de hand is. Als dit geen grote rol speelt, kun je het net zo goed weghalen, want dan heeft het geen functie. Net als het porseleinen zoutvaatje. Deze heeft natuurlijk wel een functie in het verhaal, maar ik zou toch aanraden om korter te beschrijven dat ze daar gehecht aan is. Je hebt immers weinig woorden en het is best wel duidelijk dat daar iets mee zal gebeuren. 

Daarbij komt dat ik best benieuwd ben hoe het verder gaat. Is Marja boos? Dat zou wel begrijpelijk zijn. En waarom is Wim nu ineens zo afgekoeld? Waar komt hij vandaan? Ik zou kiezen voor een einde dat het verhaal echt afsluit. 

Heel veel succes en bon courage, 

Anna Strijbos

Lid sinds

3 jaar 4 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Anna, dankjewel voor de feedback. Mijn bedoeling was om een nare ruzie te laten ontstaan, omdat er verhitte hoofden zijn, door de warmte. Dan gaan kleine irritaties opeens heel belangrijk zijn. Niet meteen een reden om te scheiden, dat klopt. Te onbenullig daarvoor. Hoe Marja erop reageert, probeerde ik te beschrijven in haar reactie. Maar goed, ik begrijp dat het niet duidelijk is. Een verhaal te moeten uitleggen, lijkt me niet de bedoeling. Ik ga niet helemaal opnieuw beginnen, ik houd je tips in gedachten.

Lid sinds

3 jaar 4 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Anna, ik kon het toch niet laten om een tweede poging te doen. Zou je er nog naar willen kijken? Hopelijk komt dit meer in de richting van de opdracht.

Lid sinds

3 jaar 7 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Eerlijk gezegd liep ik niet warm voor je eerste verhaal, maar wat een prachtige revanche. Mooie vondst, 'dit is een sommige dag', prachtige clou en heerlijke symboliek in het laatste trouwserviesonderdeel dat sneuvelt. En de grimmige sfeer en angst zijn bijna tastbaar. Mooi gedaan.

Lid sinds

4 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker

Hoi Maria Fransisca,

Je tweede versie vind ik stukken beter. Vooral als Wim naar het raam loopt, we kunnen namelijk nu uit de tekst opmaken dat hij gedronken heeft. Ook de reactie van Marja op Wim, vind ik erg sterk. Je zou eerder verwachten dat ze boos zou worden, dat is een verrassend element in de tekst. 

Je zou wat mij betreft nog iets meer kunnen showen, bijvoorbeeld als Marja zich gespannen voelt, zou je dat kunnen laten zien door bijvoorbeeld te zeggen dat haar spieren aangespannen zijn, of dat haar been een beetje trilt. Dat ze denkt dat dit een sommige dag is, zou ik ook eerder laten zien dan het vertellen. En dat Marja dit patroon herkent, kan ik uit de tekst opmaken, dus dat zou je weg kunnen laten. 

Afgezien van mijn kritiekpunten, vind ik het nu echt een spannende tekst en voel ik de angst en de hopeloosheid van Marja. Knap herschrijfwerk!

Groetjes,

Anna

Lid sinds

3 jaar 4 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

@ Musonius, dankjewel voor je bemoedigende woorden, heel waardevol uit jouw mond. Leuk dat je oog hebt voor de symboliek.
@ Anna, nogmaals dank voor je uitgebreide feedback en complimenten. Ik heb je nieuwe tips grotendeels toegepast. De sommige dag vond ik zo leuk, dat ik die heb laten staan.

Lid sinds

7 jaar 7 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Maria Fransisca, dit is een schoolvoorbeeld van een geslaagde herschrijf. Net als Musonius vind ik jouw 'sommige dag' een topvondst. 

Lid sinds

7 jaar 3 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Hoi Maria Fransisca, wat een vervelend type, die Wim. Dat zet je goed neer, evenals wat het met de relatie doet. Ik bewonder je taalvondsten 'sommige dag' en 'je moet niet dachten'.
Ik vind het een zeer geslaagde invulling van de opdracht, die ik met plezier las.