10 maart: lezing over 'De literaire canon'

lke factoren dragen bij aan de canonische status van literatuur, zo vraagt Prof. dr. Michiel van Kempen zich af op 10 maart a.s. in een lezing op Spui 25 in Amsterdam. Van Kempen is bijzonder hoogleraar West-Indische letteren, vanwege de Stichting Instituut ter Bevordering van de Surinamistiek (IBS). Hoe verschillen de voorwaarden voor opname van een boek in deze canon in westerse en niet-westerse landen? "Nederlandse uitgevers weten het maar al te goed: de beste garantie voor een goede boekverkoop is positieve recensies in minstens NRC Handelsblad, de Volkskrant en Vrij Nederland. Daar begint de lange weg die er uiteindelijk toe kan leiden dat een boek op enig moment deel gaat uitmaken van de literaire canon, de collectie geijkte ‘klassieke' teksten. Literatuurgeschiedenissen, bloemlezingen en schoolboeken moeten vervolgens hun werk doen. Maar in niet-westerse landen met een beperkte literaire infrastructuur volgt de canonvorming heel andere wegen. Literaire kritieken doen er niet zoveel toe en eigen schoolboeken zijn er nauwelijks. Maar wat wel belangrijk is, is uit wat voor een familie een auteur komt. Welke omstandigheden brengen een boek in de aandacht? Hoe moeten die factoren worden gewogen? En waarom is er tegenwoordig wel aandacht voor een verschijnsel dat tot voor kort zelfs totaal niet bestond: de niet-westerse canon. Suriname en de Nederlands-Caraïbische koninkrijksdelen vormen de casus voor deze vragen."

Bron

www.spui25.nl/spui25/programma.cfm/D359D24E-B5E7-4790-9DD1BB19C0084C08