Fictie en creatief schrijven: nieuw Amerikaans onderzoek

Wat is de invloed van Creative Writing-programma's op de naoorlogse Amerikaanse fictie geweest? Dat is de vraag die Mark McGurl, professor Engelse literatuur (UCLA), zichzelf stelt. In 'The program era: postwar fiction and the rise of creative writing' stelt McGurl dat schrijversopleidingen meer aandacht moeten krijgen van academici en critici. Sinds de jaren '30 van de vorige eeuw zijn er immers opleidingen Creative Writing. Volgens McGurl is de explosie aan universitaire schrijfopleidingen het belangrijkste literaire fenomeen in de VS na de Tweede Wereldoorlog. Hij verbaast zich erover dat journalisten en academici er nauwelijks over schrijven. Tenminste: de invloed van het systeem op hedendaagse Amerikaanse romans en verhalen komt bijna nergens aan bod. Ook wordt de invloed van het creatief schrijven soms erg overdreven, volgens McGurl. Neem het principe van show, don't tell dat in de naoorlogse jaren opkwam, onder invloed van Ernest Hemingway. "Hemingway gaf nooit schrijfles, maar zijn verhalen stonden in bijna elk lesboek van schrijversklassen uit de jaren 40 en 50. Kortverhalenschrijfster Flannery O'Connor – sterk beïnvloed door Hemingway – schreef in een brief: ‘Elk verhaal waarin ik mezelf helemaal onthul, is een slecht verhaal.'" In een recensie in de Vlaamse krant De Standaard bespreekt Kathy Matthys het boek. "McGurl erkent dat zijn studie beperkingen heeft. Zo zijn er heel wat naoorlogse schrijvers die nooit schrijfles gaven of volgden. Toch vindt hij terecht dat schrijversopleidingen aandacht moeten krijgen van academici en critici. The program era werpt een aantal interessante vragen op die onuitgewerkt blijven. Zo suggereert McGurl dat schrijvers dankzij docentenbanen kunnen overleven omdat de staat niets voor hen doet. Hij legt niet uit of dat goed is of niet."

Bron

www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=MG2M39PG