Afbeelding

Stapel boeken

Foto: Pexels

Taaltip: ‘mits’ of ‘tenzij’ en andere verbindingswoorden

Regelmatig worden er fouten gemaakt in het tekstverband doordat zinnen door een onjuist verbindingswoord (of helemaal niet) met elkaar worden verbonden. Daardoor kan het voorkomen dat je tekst onduidelijk wordt voor de lezer, omdat deze het verband tussen de zinnen niet snapt. Weet jij welke verbindingswoorden je wanneer moet gebruiken?

Als schrijver wil je natuurlijk dat je tekst een logisch geheel vormt en dat de zinnen goed op elkaar aansluiten. Verbindingswoorden (ook wel signaalwoorden genoemd) kunnen je helpen de verbanden op zinsniveau duidelijk te maken. Vraag jezelf daarom altijd af of de zinnen een contrast vormen, een opsomming geven, of dat de ene zin een verklaring is voor de andere.

‘Mits’ of ‘tenzij’?

Een verbindingswoord dat vaak verkeerd gebruikt wordt is ‘mits’. ‘Mits’ wordt bovendien vaak verwisseld met het woord ‘tenzij’. Dit heeft te maken met het feit dat deze woorden dezelfde functie vervullen. Ze geven namelijk beide een voorwaarde aan. Maar er is een belangrijk verschil.

‘Alice viert haar verjaardag, mits haar ex ook komt’. In deze zin kun je zowel het woord ‘mits’ als het woord ‘tenzij’ gebruiken. Toch geeft dat een hele andere betekenis aan de zin. ‘Mits’ betekent namelijk ‘(alleen) als’ of ‘op voorwaarde dat’. Alice wil in bovenstaand voorbeeld dus alleen haar verjaardag vieren als haar ex ook komt. Wanneer we ‘mits’ hier zouden vervangen door ‘tenzij’ krijgt de zin een tegenovergestelde betekenis. ‘Tenzij’ betekent namelijk ‘maar niet als’ of ‘behalve als’. In dit geval wil Alice haar verjaardag vieren dus vieren, maar niet als haar ex ook komt.

‘Echter’ of ‘maar’?

Hoewel ‘echter’ en ‘maar’ wel allebei verbindingswoorden zijn die een tegenstelling of een contrast aangeven, behoren ze tot verschillende woordsoorten. ‘Echter’ is een bijwoord met een tegenstellende betekenis en ‘maar’ is een voegwoord. Dit verschil in woordsoort heeft gevolgen voor de woordvolgorde:
-    Soms staat ‘echter’ na de persoonsvorm en is het bovendien niet inwisselbaar voor ‘maar’. Een voorbeeld: ‘Dit bleek echter niet waar te zijn’.
-    In sommige gevallen staat ‘echter’ direct na het eerste zinsdeel: ‘Pietje vond de appeltaart niet lekker. Zijn moeder echter kon er geen genoeg van krijgen.’
-    ‘Maar’ kan alleen vooraan in (een deel van) een zin staan: ‘De moeder van Pietje leek ziek te zijn, maar dit bleek niet waar te zijn’ of ‘De moeder van Pietje leek ziek. Maar dit bleek niet waar te zijn.’

‘Echter’ is vooral een valkuil wanneer het vooraan in de zin wordt geplaatst. Hoewel dergelijke zinnen regelmatig voorkomen, is een zin als ‘Echter bleek dit niet waar te zijn’ onjuist. Wanneer ‘echter’ vooraan wordt geplaatst, volgt er altijd een komma. ‘Echter’ staat hierdoor buiten de feitelijke zin. Daarom verandert er ook niets aan de woordvolgorde van de rest van de zin. Volgens de gebruikelijke Nederlandse woordvolgorde schrijft men eerst het onderwerp en daarna pas de persoonsvorm. Daarom moet je dus schrijven: ‘Echter, dit bleek niet waar te zijn.’

Meerdere interpretaties

Verkeerd gebruik van verbindingswoorden maakt je tekst niet alleen onduidelijk, de lezer kan hem hierdoor ook verkeerd interpreteren. In de zin ‘Alice verheugde zich erop haar ex te zien, maar ze had op dat moment een afspraak met haar vriend’ duidt het woordje ‘maar’ een contrast aan. Hoewel Alice zich erop verheugde haar ex te zien, kon ze hem blijkbaar niet zien omdat ze een afspraak met haar vriend had.

Wanneer ‘maar’ vervangen wordt door ‘want’, krijg je een heel andere zin: ‘Alice verheugde zich erop haar ex te zien, want ze had op dat moment een afspraak met haar vriend.’ Het woordje ‘want’ geeft een verklaring aan, of een reden waarom iets zo is. Nu lijkt het erop dat Alice haar ex wel degelijk gaat zien, en zich verheugt op het feit dat ze haar ex jaloers kan maken met haar nieuwe vriend.

Voor een lijst met andere verbindingswoorden, hun functie en hun betekenis zie ook hier.

Bron: Genootschap Onze Taal

Techniek

Dossier