Afbeelding

Grasduinen

Pixabay

UKV's van de week: Misvatting en Grasduinen

Iedere week zetten wij vijf ultrakorte verhalen in de schijnwerpers. Wil jij ook een ultrakort verhaal schrijven? Doe mee in onze Facebookgroep.


Juul Martin Williams - Misvatting

29 januari

‘Met een stem als de jouwe zul je nooit in een grote zaal of voor een groot publiek staan.’
‘Hoezo, oma… zing ik zo slecht?’
‘Nee, kindje, je zingt zo goed. Te goed.’
‘Dat snap ik niet.’
Oma glimlacht. ‘Dat is de misvatting die bij veel kunstenaars leeft, dat de wereld op jullie licht zit te wachten. Maar de waarheid is dat de meeste mensen nep boven echt verkiezen, goedkope rommel boven kwaliteit.’
‘Echt? Maar waarom?’
‘Wie zal het zeggen. Gebrek aan smaak of fijngevoeligheid. En er zijn meer zwijnen in de wereld dan parels. Wen er maar aan.’

Asko De Vries Robles - GEBOORTEPIJN

29 januari

Telkens wanneer ze hem over zijn blote buikje kriebelt giert het kleine mannetje het uit. Elke dag geeft ze hem nog de borst. Zijn mondje vindt haar als vanzelf.
Ze ziet de verbetenheid van haar hummeltje, zijn hongerig hart. Ondanks de fysieke pijn en het nachtenlange waken is niets te vergelijken met het onbeschrijfelijke gevoel van geluk, al roept ook dat de nodige herinneringen op. Ze heeft nooit een moeder gehad, maar zelf altijd moeder willen zijn. De pijn van het gemis zet zij om in liefde.

Marion Reeuwijk-Remmerswaal - Grasduinen

30 januari

Haar smalle vingers slaan de pagina's om, hier en daar blijft ze even hangen, haar blik gaat over de gezichten op de foto's. Eens wist ze precies hun namen en waar de foto was genomen. Soms kwamen er mooie verhalen, maar nu niet meer. 
Ik vul de gaten in haar geheugen, duik in mijn herinnering aan eerdere bezoeken, samen bladerend door de albums van haar jeugd. 
Ze knikt en brabbelt, doet net of ze het nog weet. 
Met een pen schrijf ik de namen onder de foto's, ik ben er niet iedere dag om het verhaal te vertellen.

Wendy Sempels - Wat een Lisa lijden kan...

30 januari

De haren van het jongmens hebben de kleur van een jonge cipres. Er blinkt een zilverkleurige ring in haar neusvleugel. Ik kijk haar onbeschaamd aan als ze langs me loopt en me een korte, aarzelende blik toewerpt. Heldere, minuscule druppels parelen op haar bovenlip. 
Ze wil duidelijk iets van me. Maar wat? 
Grasduinend langs de anderen tracht ze interesse te veinzen maar ik zie haar nerveuze blikken in mijn richting. Geduldig wacht ze tot de massa toeschouwers aanzwelt.
Plots staan we oog in oog. Razendsnel gooit ze een dikke, rode vloeistof naar mijn gezicht. Ik lach. Minzaam, zoals altijd.

Elka Le Mair - Weg

31 januari

Ze trekt haar jas aan, slaat de deur dicht en gaat. Ze loopt en loopt, maar voelt zich niet beter. Doorlopen maar. Dit kent ze. Straks komt de rust.
Wèg moet ze. Weg van dit huis, dit stadje, van al die contacten die geen contacten zijn. Weg van deze manier van leven, de ratrace, van al die stomme rotreclames. Weg van klimaat- en oorlogsnieuws. Op naar de bomen, het vogelgezang, het gefladder, de levende stilte. Als zalf op een wond zal het zijn.
Maar de bomen bieden niet meer hun frisse aanblik en de vogels zwijgen.