Afbeelding

Pasen

Foto door ROMAN ODINTSOV via Pexels

UKV's van de week: Paasstol en Bijtend

Iedere week zetten wij vijf ultrakorte verhalen in de schijnwerpers. Wil jij ook een ultrakort verhaal schrijven? Doe mee in onze Facebookgroep.


Wendy Sempels - Ongezien

13 april 

Het doel is perfectie. Haar kleindochters tikken, tokken en boetseren zichzelf onvermoeibaar om bewonderd en gevolgd te worden. 
Zij doen niet aan comfort. Compositie is alles: verborgen sokjes in witte sneakers en verdoken strings. Een zichtbare slipnaad is marginaal… duh! 
Zelf hijst ze zich moeizaam in kolossale onderbroeken, beknellen kniehoge panty’s haar geaderde benen en draait de haarstilist wekelijks ragfijne paarse lokken in krulstand. 
Make up vergt begeleiding. 
De ouderdom die geruisloos haar poriën is binnengeslopen doet geen hoofden meer draaien maar degradeert haar tot onopvallend decorstuk. 
Het genadeloze verval maakt een generatie onzichtbaar, voor de wereld, voor kleindochters.

Trudy Pas - Paasstol 

13 april

Zeven zussen zijn na twintig jaar weer eens bij elkaar gekomen met Pasen. Elk heeft een paasstol gebakken, vanuit de overtuiging dat die moet smaken als vroeger.
´Er zit sukade in de jouwe!’
´Deze heeft rozijnen én krenten.´
´Spijs, bah!´
‘Nee zeg: icing!’
‘Teveel eieren!’
Zes paasstollen met humbug: of geschaafde amandelen, of rum, of citroenrasp door het deeg.
Het nakomertje, nummer zeven, schuift laat aan, legt háár brood op tafel. ´Sorry, mislukt, ik had haast niks in huis, alleen meel, gist, water en wat suiker en kaneel.´
´Ja!´ roepen alle zussen in koor, ´Zó smaakte moeders paasstol.´

Asko De Vries Robles - GEPEST

13 april

Ik loop zo stil mogelijk door de gang. 
‘Hé, brillenjood,’ roept één van mijn klasgenoten. Ik schrik me rot. De andere kinderen lachen keihard mee. 
Annemiek is er ook bij. Ik ben stiekem een beetje verliefd op haar. Zij houdt zich afzijdig gelukkig. Al staan de tranen in haar ogen. Soms denk ik dat mijn gevoelens wederzijds zijn. 
Maar wie valt nu op zo’n sukkel?
In de pauze blijf ik in het klaslokaal zitten om mijn brood op te eten. ‘Ooit zal het beter worden,’ troost vader mij bijna elke dag. Hij draagt tegenwoordig contactlenzen.

Remke Jansen - Hoop 

11 april

Een warme avond in Zuid-Frankrijk. Tweeënhalf jaar woonde hij inmiddels bij ons. Het rugzakje dat hij droeg, maakte dat hij zich niet vrijuit en ontspannen bewoog in het bijzijn van anderen. Hij speelde de clown en daagde graag uit. 
‘Kleuterdisco? Hm ...’ We twijfelden. 
Met zijn handjes in de onze liepen we over de camping, op het geluid af. We hielden ons hart vast. Binnen stond een Française van een jaar of twintig uitnodigend te lachen en te springen. 
Toen gebeurde het. Hij liet ons los en deed gewoon mee. 
Tranen stroomden over mijn wangen. Hij deed gewoon mee.

Marion Reeuwijk-Remmerswaal - Bijtend

10 april

Aan de rand van het bos, nabij de heide ligt een vennetje. Het gekwaak van kikkers tussen het riet vermengt zich met gezoem van muggen. Eén van de muggen draait om het riet.
'Je bent jezelf niet vandaag,' constateert haar man.
'Ik ben het niet geworden,' snauwt het kikkerbillenbijtervrouwtje.
'Wat ben je niet geworden?'
'Insect van het jaar. Slechts derde prijs.'
'Nou, dat is toch ook mooi? Sta je toch op het podium.'
'Er is geen podium,' zeurt de mug.
De kikkers kwaken tweestemmig, haar man wrijft zijn vleugels.
'Niet zeuren, gewoon blijven doen waar je goed in bent.'