Afbeelding

Bron Pixabay

7 thema’s die je kunt gebruiken bij het schrijven van een sprookje

Sprookjes zijn universeel en voor iedereen herkenbaar. Dat komt onder andere doordat er altijd dezelfde thema’s ten grondslag liggen aan sprookjesverhalen. Welke thema’s kun je gebruiken bij het schrijven van een sprookje? 

1. Armoede en rijkdom

Armoede en rijkdom zijn thema’s die bijna altijd hand in hand gaan. Arme mensen willen bijvoorbeeld rijk worden, terwijl de rijke lieden neerkijken op het armoedige volk. Ook zien we regelmatig armoedige personen die, om te kunnen krijgen wat ze willen, een prijs moeten betalen die ze zich niet kunnen veroorloven. Vaak wordt hier ook een moraal aan toegevoegd, namelijk dat hebberigheid afgestraft wordt. Een voorbeeld hiervan is het sprookje Van de visser en zijn vrouw.

2. Ware liefde/trouwen

Vooral in sprookjes met vrouwelijke hoofdpersonen is romantiek een groot thema. Een jong meisje wacht wanhopig tot haar ware liefde voorbijkomt, en als ze hem eindelijk ontmoet heeft, trouwen ze het liefst zo snel mogelijk. Denk bijvoorbeeld aan Doornroosje, Sneeuwwitje, Assepoester en Rapunzel.

3. Sociaal onrecht

Sociaal onrecht is een thema dat in veel sprookjes voorkomt, maar nooit echt letterlijk benoemd wordt. Dat is maar goed ook, anders zouden sprookjes veel te zwaarmoedig worden. Sociaal onrecht bestaat in veel vormen: uitbuiting, discriminatie, onderdrukking, mishandeling. Denk bijvoorbeeld aan een rijke koning die zijn volk uitbuit of Assepoester die wordt onderdrukt door haar stiefmoeder.

4. Wraak en jaloezie

Wraak en jaloezie zijn de voornaamste drijfveren van de slechteriken in sprookjes. Hier zit een hele moralistische boodschap onder: gevoelens van wraak en jaloezie zijn slecht. Denk bijvoorbeeld aan de heks in Sneeuwwitje die jaloers is op haar schoongheid. Soms zie je ook bij hoofdpersonages jaloezie, maar dat wordt altijd gestraft om duidelijk te maken dat het een lelijke eigenschap is.

5. Goed vs. kwaad

Goed vs. kwaad is de grondslag van bijna elk sprookje. Elk goed en sympathiek personage heeft een duistere tegenhanger nodig. Een heks, een boze wolf, of gewoon een gemeen personage dat je hoofdpersoon tegenwerkt. In sprookjes is het altijd overduidelijk wie goed en wie slecht is: de ‘goede’ hebben bewonderenswaardige eigenschappen zoals behulpzaamheid en bescheidenheid, terwijl de slechteriken boos, jaloers en zelfzuchtig zijn.

6. Volwassen worden

Volwassen worden, in de breedste zin, is een veel terugkerend thema. Veel leerpunten in sprookjes staan symbool voor de weg naar volwassenheid, zoals het maken van verstandige beslissingen en leren wat rechtvaardig is en wat niet. Ook leren dat je niet alles kunt krijgen wat je wilt en dat overal consequenties aanzitten, zijn lessen die veel sprookjes ons willen meegeven. Denk bijvoorbeeld aan de Kleine Zeemeermin, die haar stem moet opgeven om benen te krijgen en aan land te kunnen gaan voor haar droomprins.

7. Gewetenskwesties

Wat zou je willen opgeven om te krijgen wat je wilt? Zou je bijvoorbeeld het leven van je eerstgeboren kind geven in ruil voor je eigen leven, zoals in het sprookje over Repelsteeltje? Wat ben je bereid op te geven voor rijkdom, macht, of liefde? Sprookjesfiguren worden vaak (door magische wezens) geconfronteerd met een gewetensvraag. Negen van de tien keer kiezen ze in de eerste instantie voor de ‘verkeerde’ optie, met als bedoeling om de lezer een moralistische les te leren.

Soms liggen deze thema’s er dik bovenop, maar vaak moet je goed zoeken om de onderliggende thema’s te vinden. Meestal zijn deze thema’s bedoeld om ons een les te leren, maar de kunst van een goed sprookje is om deze les niet de hoofdzaak van het verhaal te laten zijn.  Als je een sprookje schrijft in de vorm van een heel kort verhaal, bijvoorbeeld 500 woorden, kun je het beste één thema aanhouden. Zo voorkom je dat je teveel focus legt op thematiek en dit ten koste gaat van je storytelling. 

Over de auteur

Marije Catsburg is webredacteur en contentmanager bij Schrijven Online en freelance tekstschrijver. In 2017 studeerde zij af aan de Hogeschool van Amsterdam waar zij zich specialiseerde in creatief schrijven, communicatie en marketing. Ze leest en schrijft het liefst korte verhalen. Haar favoriete boek is Alle verhalen van Roald Dahl.