Afbeelding

Een vrouw bladert op bed door een groot foto-album

Photo by Dominika Roseclay

Hoe schrijf je een flashback?

In de rubriek HOE DAN geven we oplossingen voor de momenten waarop je écht even niet meer weet hoe je verder moet. Geen paniek! Wij helpen je erdoorheen. Deze keer: flashbacks schrijven.


Met een flashback blik je in je verhaal even terug op wat je personage eerder heeft meegemaakt. Dit kan een hele goede manier zijn om een belangrijk moment uit het verleden uit te lichten, of om spanning op te bouwen in je verhaal door te wisselen van tijdsperspectief. Met een flashback zet je je lezer even op een totaal ander moment in je verhaal neer.

Bedenk wat de flashback toevoegt

Een plotselinge verandering van datum en tijd kan heel verwarrend overkomen. Zorg er daarom voor dat het duidelijk is dat je verhaal zich op een ander moment afspeelt. Zet bijvoorbeeld een tijdsaanduiding boven de tekst, of maak duidelijk dat je tekst een herinnering beschrijft. Pas ook de tijd aan waarin je het verhaal schrijft. Als je de rest van je verhaal in de tegenwoordige tijd schrijft, is het belangrijk dat je de flashback in de verleden tijd schrijft. Als je al in de verleden tijd schreef is het net iets anders, dan kun je de flashback instarten door eerst een paar zinnen in de onvoltooid verleden tijd (had gestaan/had gezeten) te schrijven, en daarna weer over te gaan op de voltooid verleden tijd (stond/zat). Zo is het duidelijk dat je verhaal over een ander moment gaat.

Ga ook na of je er wel goed aan doet om een flashback te schrijven. Is het moment waar je op terugblikt van groot belang van je verhaal, en zijn er nog andere manieren om dat moment te beschrijven? De context van je verhaal kun je bijvoorbeeld ook in een gesprek naar boven laten komen, of aanhalen als alwetende verteller.

Beschrijf de flashback alsof het zich nu afspeelt

Als je er eenmaal voor hebt gezorgd dat het duidelijk is dat je verhaal van tijdsperspectief verandert, kun je beginnen met het uitwerken van de flashback zelf. Trek je lezer volledig in je verhaal in door de sfeer van het moment te beschrijven. Stel jezelf de volgende vragen:

-    Hoe ziet de omgeving eruit?
-    Welke andere personages spelen een rol?
-    Waar denkt je personage aan?
-    Is er iets gebeurd waardoor je personage zich anders gedraagt?

Zo zorg je voor een gedetailleerde beschrijving van de gebeurtenis, en maak je de flashback begrijpelijk voor je lezers. Sluit daarna je flashback ook weer duidelijk af, zodat het duidelijk is dat het verhaal weer terug is in de oorspronkelijke tijd.

Pas op voor gaten in je verhaal

Als je tijdens het schrijven van je verhaal tussen verschillende tijdsperiodes schakelt, kun je makkelijk de draad kwijtraken. Het kan bijvoorbeeld voorkomen dat je in de flashback per ongeluk een ontmoeting beschrijft met iemand die je personage op dat moment nog niet had ontmoet. Zorg er daarom voor dat je consistent blijft in wat je schrijft, en duidelijk hebt wat er in welke tijdsperiode met je personage gebeurt. Het kan hierbij helpen om per hoofdstuk een samenvatting te maken, zodat je altijd weet wat er op elk moment speelt. Het is handig om bij het nalezen van je boek even extra op te letten bij de flashbacks, om er zeker van te zijn dat de tijdlijn van je verhaal ook echt klopt.