Schrijfopdracht #3

‘Wat heb jij daar nou?’ vroeg Kees aan zijn zoon, toen die een grote leren hoes uit zijn reistas haalde. ‘Dit zijn nieuwe geweren. Je kunt ze vergelijken met opvouwbare ladders. Hij klapte zijn geweer uit en keek zijn vader glunderend aan. ‘Mag je die zomaar meenemen uit het leger?’ ‘Niet zomaar natuurlijk. Ik heb wel wat trucs moeten bedenken. Omdat jij je altijd doodergert aan de harde muziek van de buurman, leek het me wel een goed idee om hem neer te schieten. Ha, ik zie hem in de tuin lopen. Moment.’ Bert wurmde zich tussen een paar coniferen en loste een schot. Kees glimlachte toen hij een harde knal hoorde. Zijn zoon was voor geen kleintje vervaard. Met een triomfantelijke grijns kwam Bert de kamer in. ‘Ik heb je voorgoed van je kwelgeest verlost, pa.’ ‘Dank je zoon.’ Hij knikte naar de hoes. ‘Berg je geweer maar op.’

Lid sinds

17 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Dat de afrekening zo vanzelfsprekend gaat, maakt het stukje humoristisch. Ik wou dat ik zo koelbloedig was als die zoon, kan ik eens lekker in de tuin gaan zitten.
23 maart 2014 - 5:53

Lid sinds

10 jaar 2 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Woehahahaha! 't zal je buurman wezen Misschien niet helemaal passend in de ethische discussie die tussen de regels van de opdracht door aangezwengeld werd, maar wel hilarisch.
26 maart 2014 - 21:36