Lid sinds

14 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker

Openingszinnen

Naar aanleiding van dat filmpje over hoe uitgevers eerste regels van een manuscript beoordelen lijkt het me nuttig om eens met elkaar te vergelijken; WAT is een goede openingszin? Dit moet geen discussie worden over goed en slecht schrijven oid! Het doel is met elkaar een debat te hebben en tot een soort conclusie te komen. Zodat we erachter kunnen komen WAT, algemeen, wordt gezien als een goede openingstekst en wat niet. Het gaat er toch om dat die redacteur doorleest na je eerste regel! Of minimaal je ms opzij legt in de stapel "tweede blik vereist". Niet dat we nu allemaal uniform moeten worden maar het kan helpen, denk ik, om een beeld te krijgen van het soort stijl dat bevalt en rondgaat. Zowel bij lezen als bij schrijven. Een soort enquete dus! Ik hoop dat jullie zoveel mogelijk meedoen! Eigen werk ook toegestaan natuurlijk. Dus hou het zo kort mogelijk. Openingzin/tekst alleen. Ik zal beginnen met 3 regels die mij bevielen en minder bevielen; Jorgen Hofmeester staat in de keuken en snijdt tonijn voor het feest. Uit; Tirza, Arnon Grunberg Deze zin vind ik persoonlijk wat minder, inspireert me gewoon weinig. Of het moet wel de tonijn zijn die de burgerlijkheid vertegenwoordigt. Maar een zin die je uit je stoel blaast...? Nee. Dit is nu zo'n opening die een uitgever zou kunnen teleurstellen. Tenzij de auteur Grunberg heet, natuurlijk... Een hele goede; Je denkt dat het alleen jouw overkomt. Je denkt dat er nooit eerder iemand is geweest en dat er niemand na je zal komen die hetzelfde zal meemaken. Dat is niet zo. Het is eerder gebeurt. Ik heb het allemaal al meegemaakt. Uit; Potifars Vrouw, Sophie Zijlstra Vind ik dus persoonlijk een geweldige opening. Strikt genomen geen individuele zin maar de paragraaf SLEURT je gewoon in het verhaal. Het heeft een goede emotionele context. Goed tempo. En deze is me altijd bijgebleven; (maar weet auteur of titel van boek niet meer) Het feit dat de stad was verlaten, verloren aan de elementen, maakte geen enkel verschil. Ik vind die "verloren aan de elementen" geweldig. :)

Lid sinds

14 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Ik lees dit ook erg graag. Ik zou wel 'aanliggende' en 'zachte' schrappen.
@Chris: 'aanliggende' - de enige concessie die ik had gedaan aan de lezer pik je eruit als inconsequent... Zucht. Ik had dat woord voor plaatsing toegevoegd om te voorkomen dat iemand zou vragen wat dat meer nou met dat huis van doen had. @Bavarios: Eens dat iedere zin even goed moet zijn. Dat gaat niet lukken, maar het is wel je streven. Dus ja, als je het zo bekijkt is er geen nadruk nodig op de eerste zin.

Lid sinds

14 jaar 9 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
  • Pluslid
  • Moderator
Waarom het toch wél aankomt op de kracht van de openingszin: omdat hij een scène in zich herbergt die zich ontvouwt in wat erop volgt. Het mooiste is wanneer die eerste scène alles van het verhaal in zich herbergt, zoals de beginscène van Twee Vrouwen van Harry Mulisch. Het is een grote kunst om die techniek te beheersen en toe te passen. Maar zelfs al zou de openingszin alleen inleiden tot de scène waarvoor hij geschreven is (die ongemerkt een nieuwe openingszin in zich heeft die leidt naar de volgende scène en zo voort) is het nog steeds een belangrijke zin. Een beginzin (evenals een beginscène en een eerste hoofdstuk of inleiding) wordt zelden als eerste geschreven - des te vaker als laatste, juist hierom: dat het volledige verhaal onder beheersing van de schrijver is. Pas dan gaat hij het vertellen (*). Er zijn talloos veel goede beginzinnen zonder vervolg <- lees: verhaal. Die ene zin alleen is niet genoeg. (*) Er is ook een associatieve vorm van verhaal schrijven, waarbij de schrijver niet weet waar het naartoe gaat - dan is het vinden van een goede beginzin een toevalstechniek, zoals het ontstaan van het hele verhaal.

Lid sinds

14 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Ik bekijk het waarschijnlijk teveel vanuit mijn eigen schrijfbeleving. En dan, inderdaad, kom ik pas op bij je asterisk. Het maakt een verschil of je verhaal gefocust is op één gebeurtenis, of een woud ervan. In feite heb ik naar mijn gevoel meerdere beginzinnen, want steeds als ik van gezichtspunt verander, moet ik zo beginnen dat de lezer geen twijfel heeft over wat er gebeurt. Maar ik denk dat ik begrijp wat je bedoelt. Die openingszin zet de toon. 'Bo sloeg geïrriteerd zijn boek dicht.' De redenen van zijn irritatie werken door in de rest van het verhaal; zijn net-verwerkte trauma, zijn onrust, zijn woede. Het landhuis aan het meer schetst een achtenswaardig man die een schurk blijkt, en die ondanks zijn weelde meer wil. Dus ja, als zodanig zijn die openingszinnen belangrijk.

Lid sinds

13 jaar 8 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
In de Gorochowajastraat, in een van die grote huizen, waarvan het aantal bewoners welhaast dat van een provinciestraat evenaart, lag op een morgen Ilja Iljitsj Oblomow in een van de kamers van zijn appartement in bed.
En dat te bedenken dat het een gruwelijke vertaling is van een zin die vermoedelijk in oorsprong veel meer ritme had. XP

Lid sinds

12 jaar 11 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
En toch heb ik van niemand nog gehoord wat er zo speciaal is aan een openingszin. Thérèse zegt: ''omdat hij een scène in zich herbergt die zich ontvouwt in wat er op volgt''. Dat begint op iets te lijken dat aansluit op mijn vraag, maar als ik er twee keer over nadenk: het hoeft ten eerste niet zo te zijn dat hij hetgeen erop volgt in zich herbergt, en ten tweede: bijna elke zin in een boek is toch een inleiding voor een volgende zin? Dus ik kan bijna niet tot een andere conclusie komen dan dat er op een openingszin helemaal geen andere wetten of criteria van toepassing zijn dan alle andere zinnen. Derhalve is een discussie over een goede openingszin niet echt leerzaam. Het kan net zo goed veralgemeend worden tot: wat is een goede zin? Ik laat mijn eindconclusie echter open. Ik ben benieuwd of anderen het tegendeel op een precieze manier kunnen aanduiden.

Lid sinds

12 jaar 11 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
En bovendien, ik heb het gevoel dat mensen denken dat een openingszin zo speciaal is omdat uitgevers zeggen dat ze naar de openingszin kijken. Dit heeft echter niets te maken met dat er andere criteria van toepassing zijn op een openingszin en dat hij daarom zo belangrijk zijn. Dat heeft gewoon puur te maken met het feit dat uitgevers aan de openingszin kunnen aanvoelen wat ongeveer het schrijfniveau is van een schrijver. Zo, mythe doorgeprikt hoop ik

Lid sinds

14 jaar 9 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
  • Pluslid
  • Moderator
het hoeft ten eerste niet zo te zijn dat hij hetgeen erop volgt in zich herbergt
Kan. Maar ergens moet erop teruggekomen worden - anders moet je die zin niet schrijven, maar een andere, en dan is het nog steeds belangrijk: welke?
en ten tweede: bijna elke zin in een boek is toch een inleiding voor een volgende zin?
Ja, dat is nu eenmaal zo met een verhaal. Alle zinnen bij elkaar en voilà. Alleen: helaas zijn er heel veel verhalen waarbij het niet zo is, waarbij zinnen als los zand aan elkaar hangen, in plaats van als cement / voegmiddel of fundament te dienen.
Dat heeft gewoon puur te maken met het feit dat uitgevers aan de openingszin kunnen aanvoelen wat ongeveer het schrijfniveau is van een schrijver.
En jij als lezer? Jij kunt dat ook?
Zo, mythe doorgeprikt hoop ik
Kan jij weer rustig slapen! :)

Lid sinds

12 jaar 11 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Oké, maar vertel mij eens wat voor specifieke criteria er bij een openingszin gelden, die niet bij een gewone zin gelden. Je begon namelijk goed door te stellen dat het iets in zich moet herbergen dat een ontvouwing is voor wat er op volgt. Daarmee heb je mijn aandacht gewekt. Daar zou ik iets aan kunnen hebben. Ik hoor graag meta-analyses. Kun je je stelling dan ook specificeren?

Lid sinds

14 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker
Ik denk dat iedere schrijver het volgende herkent; je begint te schrijven en vaak, zelfs onbewust, sluipt het thema of idee in je eerste zin/ zinnen...! Dit gebeurde mij laatst ook weer. Een casino speelt een belangrijke rol in mijn verhaal. (Met name aan het einde) En als experiment probeerde ik eens de openingszin van mijn verhaal te schrijven. Na afloop bleek dat dat het casino hierin was opgenomen. ik had het niet eens zo door! Het begin legde al een link met het einde, bijna zonder mijn toestemming. Punt is; een lezer of uitgever leest alleen je tekst. Maar als schrijver werkt je geest OP EEN HELE ANDERE MANIER. Je bent constant bezig onbewust combinaties te leggen en te verzinnen in je geest. En juist dit resulteert in spontane teksten die je niet al te bewust neerpent. Veel openings-zinnen die hier de revue passeren zijn ontstaan op deze manier. Schrijvers denken vaak dat hun geest een wanorde is. (Ik ook) Oh jee, alles wat ik voor dit verhaal moet weten zinkt steeds weg als door een vergiet. Maar diep van binnen is er toch wel orde die maakt dat het verhaal een "logische" samenhang krijgt. Zelfs onderbewust. De menselijke geest is een super-computer. En JUIST!!! aan het begin van een verhaal is het belangrijk om die "onderbwuste link" zijn werk te laten doen zodat een openingszin meteen al die spontanteit heeft die zo belangrijk is... Dus openings-zinnen zijn wel degelijk belangrijk voor lezer, schrijver en redacteur (allen met hun eigen agenda), juist omdat ze die extra spontaniteit kunnen hebbben. Ik hoop dat ik een beetje duidelijk ben...?! :) Ps Therese; hoe krijg je toch die gekleurde citaatvelden in je post?

Lid sinds

15 jaar 3 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
En toch heb ik van niemand nog gehoord wat er zo speciaal is aan een openingszin.
Een openingszin is de eerste kennismaking tussen lezer en verhaal. Daarom doet een schrijver daar extra zijn best op, zoals mensen dat doen bij eerste kennismakingen. Dus zijn er relatief veel goede, doordachte openingszinnen, en zo konden er hele boekwerken ontstaan met beroemde eerste zinnen. De openingszinnen zijn een eigen leven gaan leiden, waardoor ze misschien belangrijker lijken dan ze zijn. Een lezer heeft liever een sterke binnenkomer dan een slap zinnetje. Daar begint het allemaal mee.

Lid sinds

12 jaar 11 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
En toch heb ik van niemand nog gehoord wat er zo speciaal is aan een openingszin.
Een openingszin is de eerste kennismaking tussen lezer en verhaal. Daarom doet een schrijver daar extra zijn best op, zoals mensen dat doen bij eerste kennismakingen. Dus zijn er relatief veel goede, doordachte openingszinnen, en zo konden er hele boekwerken ontstaan met beroemde eerste zinnen. De openingszinnen zijn een eigen leven gaan leiden, waardoor ze misschien belangrijker lijken dan ze zijn. Een lezer heeft liever een sterke binnenkomer dan een slap zinnetje. Daar begint het allemaal mee.
Ja goed, ik wil gewoon een puur technische analyse van de openingszin. Dat het een goede binnenkomer is, dat schrijvers er extra hun best op doen, dat het zus en zo is dat geloof ik allemaal wel. Ik zoek puur naar een technische analyse waar ik iets mee kan.

Lid sinds

16 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker
Eens met Evert: een eerste zin is als een eerste indruk. Die kan best verkeerd zijn, maar hoeveel mensen die een slechte eerste indruk van je hebben, nemen desondanks de tijd en moeite om je te leren kennen?

Lid sinds

14 jaar 9 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
  • Pluslid
  • Moderator
Oké, maar vertel mij eens wat voor specifieke criteria er bij een openingszin gelden, die niet bij een gewone zin gelden. Je begon namelijk goed door te stellen dat het iets in zich moet herbergen dat een ontvouwing is voor wat er op volgt. Daarmee heb je mijn aandacht gewekt. Daar zou ik iets aan kunnen hebben. Ik hoor graag meta-analyses. Kun je je stelling dan ook specificeren?
Laat ik er bij het scheiden van de dag nog een antwoord op formuleren: voor een goede beginzin bestaat geen technisch foefje. De kracht van de beginzin zit hem in de schrijver die alles weet en doorleefd heeft van zijn personages en de situaties die hij geschapen heeft in zijn vertelling. Hij kent zijn personages in hart en nieren; hij kent de omgeving en gegevens en omstandigheden waarin ze leven tot in detail. Hij weet hoe 'zijn mensen' zich voelen bij onweer en bij een klagende moeder, bij verliefdheid en bij het zoemen van een mug, bij regen en zonneschijn. Hij weet alles, kent alles, doorgrondt alles - hij is de schepper. Het is zijn verhaal. En dan kent hij zijn tekst. Hij heeft de macht over de woorden en zinnen die hij gebruiken wil, en als hij die macht niet heeft, dwingt hij hem af - als een guerillastrijder. Hij bespiedt ze, besluipt ze, analyseert ze, overvalt en overmeestert ze tot ze de zijne zijn. Als hij ze in handen heeft, speelt hij met ze, vecht met ze, liefkoost ze, heeft pret met ze, verfoeit ze. Het zijn zijn woorden, zijn zinnen. Ze moeten passen over zijn verhaal als huidsmeer over een ongeboren kind. Ze moeten over het verhaal vloeien, het beschermen, voeden, het maken - zoals hij, de schepper, de schrijver, het wil. Precies zó en op geen enkele manier anders. Als de schrijver dan nog steeds van ze houdt, en eigenlijk telkens meer - zo veel dat hij ze alle kent bij naam en toenaam, koos- en scheldnaam, bij pseudoniem, synoniem, bij hemel en aarde, linksom, rechtsom, op de kop, vooruit en achteruit en ze behoudt, de woorden, de zinnen <- niet in één versie, niet in twee, maar in alle versies waarin hij het verhaal tot stand laat komen, dan: is er maar één beginzin. En die verzin je niet, die geeft zichzelf <- maar wel uit jou.

Lid sinds

14 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker
Schitterend gezegd Therese, dat kan zo in een boek! Hetzelfde wat ik probeerde te zeggen maar dan veel beter. En het geeft, tussen de regels door, meteen datgene aan waar we hier over spreken; Schrijven is een creatief proces, geen exacte wiskunde. Openingsregels MAAK je niet. Ze bestaan al, onzichtbaar in je geest en komen bovendrijven wanneer je pen op papier zet. (Of vingers op keyboard) Maar dit alles begrijpen alleen wij, schrijvers. :rolleyes:

Lid sinds

12 jaar 11 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Oké, maar vertel mij eens wat voor specifieke criteria er bij een openingszin gelden, die niet bij een gewone zin gelden. Je begon namelijk goed door te stellen dat het iets in zich moet herbergen dat een ontvouwing is voor wat er op volgt. Daarmee heb je mijn aandacht gewekt. Daar zou ik iets aan kunnen hebben. Ik hoor graag meta-analyses. Kun je je stelling dan ook specificeren?
Laat ik er bij het scheiden van de dag nog een antwoord op formuleren: voor een goede beginzin bestaat geen technisch foefje. De kracht van de beginzin zit hem in de schrijver die alles weet en doorleefd heeft van zijn personages en de situaties die hij geschapen heeft in zijn vertelling. Hij kent zijn personages in hart en nieren; hij kent de omgeving en gegevens en omstandigheden waarin ze leven tot in detail. Hij weet hoe 'zijn mensen' zich voelen bij onweer en bij een klagende moeder, bij verliefdheid en bij het zoemen van een mug, bij regen en zonneschijn. Hij weet alles, kent alles, doorgrondt alles - hij is de schepper. Het is zijn verhaal. En dan kent hij zijn tekst. Hij heeft de macht over de woorden en zinnen die hij gebruiken wil, en als hij die macht niet heeft, dwingt hij hem af - als een guerillastrijder. Hij bespiedt ze, besluipt ze, analyseert ze, overvalt en overmeestert ze tot ze de zijne zijn. Als hij ze in handen heeft, speelt hij met ze, vecht met ze, liefkoost ze, heeft pret met ze, verfoeit ze. Het zijn zijn woorden, zijn zinnen. Ze moeten passen over zijn verhaal als huidsmeer over een ongeboren kind. Ze moeten over het verhaal vloeien, het beschermen, voeden, het maken - zoals hij, de schepper, de schrijver, het wil. Precies zó en op geen enkele manier anders. Als de schrijver dan nog steeds van ze houdt, en eigenlijk telkens meer - zo veel dat hij ze alle kent bij naam en toenaam, koos- en scheldnaam, bij pseudoniem, synoniem, bij hemel en aarde, linksom, rechtsom, op de kop, vooruit en achteruit en ze behoudt, de woorden, de zinnen <- niet in één versie, niet in twee, maar in alle versies waarin hij het verhaal tot stand laat komen, dan: is er maar één beginzin. En die verzin je niet, die geeft zichzelf <- maar wel uit jou.
uhuh, oké, sterke posting. Ik ben er dan ook voorstander van om de openingszin te maken nádat je bijna het hele boek hebt geschreven. Volgens mij gebeurt dat vaak ook zo.

Lid sinds

17 jaar 4 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
@Schlimazlnik: dat vroeg ik me ook af. Waarom wel al die citaten uit boeken, maar geen citaat van een website? De openingszin van mijn verhaal waar ik 3 jaar aan heb gewerkt, schreef ik in het laatste jaar, een van de laatste versies (maar niet de laatste). Met de openingszin van het verhaal daarna ben ik het nog niet eens :)

Lid sinds

16 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker
Wat Thérèse zegt :) De aard van het verhaal, de aard van het publiek en de sfeer die je wilt scheppen zijn volgens mij sterk medebepalend. Verder denk ik dat de gemiddelde lezer ook zonder literair vuurwerk best genegen is om de eerste alinea of drie te lezen, zolang je hem in dat stuk tekst ergens aan de haak slaat en hem nergens wegjaagt met taalfouten etc. Overigens heb ik nog een kleine toevoeging bij mijn eerste eerste zin: die zomerdag staat in hoofdstuk 1. Voor dat hoofdstuk zit nog een introductie van de hoofdpersonages, met illustraties. De eerste zinnen daarvan zijn: "Dit is Wessel Verburg, Wes voor vrienden, klassenkampioen hooghouden. Woont in de saaiste buurt van Nederland (denkt hij). Heeft een neus voor spannende dingen, waardoor hij soms in de penarie komt."

Lid sinds

13 jaar 8 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Ik geloof niet zo in openingszinnen. Ik denk dat de opmaak van de eerste pagina veel meer doet. Daarnaast geloof ik dat er in het bovenste kwart van die pagina een aantal "scanwoorden" moet zitten, woorden die je direct opvallen als de ogen scherp aan het stellen zijn op de eerste zin. Want naast de woorden in die eerste zin zie je ook het woordveld eromheen, al lees je dat minder bewust. Want als je de zinnen isoleert, zoals wij hier doen, heeft zo'n zin toch een ander effect.

Lid sinds

13 jaar 8 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
And what about: ik sloop de kamer uit. Oke, een beetje voor de hand liggend, maar toch
Hoe bedoel je? Wat is de openingszin? Waar begint ie, waar houdt ie op? Niet dat het veel uitmaakt, maar dit verhaal zou ik -wat precies de openingszin ook mag zijn- slechts met extreme tegenzin lezen en dan dus alleen maar omdat het moet.

Lid sinds

14 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Het grote belang van een openingszin is sterk overdreven. een openingszin mag niet afstoten, maar meer ook niet. een enkele uitzondering lijkt mij te bestaan voor erg lange openingszinnen en wel omdat een lange zin die niet bewust aantrekkelijk of verrassend is opgesteld erg slecht overkomt bij een lezer. de eerste paragraaf is dan weer wel belangrijk. deze moet een eerste interesse opwekken en uitnodigen om de volgende paragraaf ook te lezen en dit princiepe moet eigenlijk de eerste paar bladzijden worden aangehouden totdat de lezer echt het verhaal is binnengetrokken. ik heb eens nagekeken wat er zoal bestaat aan openingszinnen in gekende en als 'goed' of zelfs als 'klassieker' bestempelde boeken en dat viel wel wat tegen. de eerste paragraaf(en) daarentegen ... die schetsen een situatie of persoon op zo'n manier dat je verder wilt gaan in het verhaal. vergelijk het met de zogenaamde 'openingszin' in de barscene waar een jongen een meisje wilt versieren. niets zo cliché als dat. Zo'n eerste zin dient enkel om aandacht te zoeken, maar briljant of niet, het is het gesprek nadien waarmee de jongen het meisje kan versieren. (ik meen toch dat vrouwen meer diepgang hebben en een grotere aandachtspanne dan enkel die fameuse openingszin). in het kort. een briljante openingszin is erg leuk en goed, maar het is de hele aanvangsscene die de lezer moet verleiden tot het verdere verhaal, want zelfs met de meest lullige openingszin (als die niet te lang is) zal een lezer heus wel enkele zinnetjes verder lezen.

Lid sinds

15 jaar 9 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Eens met Kajszi. Thuis heb ik ook eens gekeken naar wat ik zoal aan openingszinnen in mijn boekenkast heb staan en inderdaad; het zijn vooral de eerste alinea's die het hem doen. Enkel de eerste zinnen zijn in meer dan driekwart van de gevallen nou niet echt om stijl van achterover te slaan. Ik ga me maar eens op mijn openingsalinea concentreren :)

Lid sinds

16 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker
It is a truth universally acknowledged, that a single man in possession of a good fortune must be in want of a wife. (Jane Austen, Pride and Prejudice.) You better not never tell nobody but God. It'd kill your mammy. Dear God, (Alice Walker, The color Purple.) Lezer! Ik ben makelaar in koffie, en woon op de Lauriergracht, no.37. (Kader Abdolah, De Kraai.) Dit vind ik drie fantastische openingen, om verschillende redenen.

Lid sinds

14 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker
He Tantebetje, fijn dat je het topic weer nieuw leven inblaast en nog wel ONtopic! Beste zin is zin 3, zonder twijfel. Zo kort en toch zo gedenkwaardig. Het doet me vaag denken aan de opening van Grunbergs Blauwe Maandagen en zijn vaders postzegels. Het is de makelaar in koffie die alle aandacht trekt. Waar anders dan in literatuur is iemand een makelaar in koffie... Wat is dat uberhaupt? Een makelaar in koffie? Het zijn dit soort zinnen die alleen in nederlands literatuur haar identiteit kunnen vinden. Nederlands is toch de mooiste taal om je proza te verwoorden. Maakt me weemoedig. Daarom even een gedenkwaardige opening. Denkend aan Holland zie ik brede rivieren traag door oneindig laagland gaan, rijen ondenkbaar ijle populieren als hoge pluimen aan de einder staan ... Uiteindelijk gaat het er om dat je in literatuur je eigen identiteit kan leggen door je eigen woorden te gebruiken en de zinnen die je daar mee maakt. Durf te schrijven!

Lid sinds

16 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker
It is a truth universally acknowledged, that a single man in possession of a good fortune must be in want of a wife. (Jane Austen, Pride and Prejudice.)
My all-time favorite; enige boek dat ik wel 5 keer heb gelezen. En een van de weinige eerste zinnen die ik midden in de nacht kan reproduceren. Niet noodzakelijk, die eerste zin, maar als hij goed is, helpt het wel degelijk :)

Lid sinds

13 jaar 3 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
José Saramago begon zo: De volgende dag ging er niemand dood. gevolgd door één zin: Dit gegeven, dat zo absoluut in strijd was met de wetten van het leven, breacht een enorme geestelijke verwarring teweeg, wat in alle opzichten gerechtvaardigd is, we hoeven maar te bedenken dat er in veertig delen wereldgeschiedenis nergens sprake van is, nog niet één enkel keertje, dat iets dergelijks zich ooit zou hebben voorgedaan, dat er een hele dag voorbijging, met al zijn vierentwintig uren, die overdag en 's nachts, 's morgens vroeg en 's avonds laat, zonder dat er iemand stierf, aan een ziekte, door een dodelijke val, bij een geslaagde zelfmoord, wat dan ook. in zijn: Het verzuim van de dood.

Lid sinds

16 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker
Mijn favoriete openingszinnen: Hij was nergens te bekennen (Hafid Bouazza, Momo) Simpel maar effectief. De meeste correspondenten leren in eigen land het vak en worden dan de wereld in gezonden. (Joris Luyendijk, Het zijn net mensen) Vooral dat 'meeste' maakt me nieuwsgierig. Het is niet te bewijzen en toch geloof ik het: op sommige plaatsen in de wereld wordt je aankomst of vertrek op geheimzinnige wijze vermeerderd door emoties van al diegenen die daar eerder zijn vertrokken of aangekomen. (Cees Nooteboom, De omweg naar Santiago) Ik kan het herhaaldelijk lezen en het evengoed mooi blijven vinden, misschien wel steeds mooier. Mark Sinclair mocht graag denken dat 'en ze leefden nog lang en gelukkig' een vastaand gegeven was. (Freya North, Liefdesspel) Volgens mij vind ik dit mooi omdat ik me een link met sprookjes leg en die lees ik graag.

Lid sinds

14 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker
[quote]Kader Abdolah heeft die zin, over de makelaar in koffie, gestolen van Multatuli. Het is de openingszin van een van de bekendste werken uit de Nederlandse literatuur. Sublieme diefstal van Kader Abdolah. Tip: lees het boek van Multatuli ook eens. Schandalig! Als een auteur niet de moeite neemt om zijn eigen teksten te verzinnen dan heeft hij voor mij afgedaan. Maakt niet uit of het 1 regel is of tien. Ik jat ook wel eens teksten, maar die zijn uit eerder werk van mezelf! Puur plagiaat en het woord subliem is echt misplaatst hier. Maar aangezien Max Havelaar publiekelijk bezit is (zonder copyright) mag iedereen er uit citeren. Het doet natuurlijk niets af aan de kwaliteit van de zin maar Kader Abdolah heeft het voor mij verprutst. Wat een luie donder! :angry: Je gaat toch niet (in je openingszin notabene!!!) letterlijk werk van een ander citeren...?? Precies waar we het hier over hebben; originele openingzinnen. Zelf bedacht! Je vraagt je meteen af wat ie allemaal nog meer jat... Maar je hebt natuurlijk gelijk, tantebetje. Ik had beter moeten weten. Ik heb Max Havelaar nog nooit gelezen. Mijn zonde.